Toen ik vorig jaar opmerkte niet meer jaarlijks over de coöperaties in de Côte Chalonnaise te schrijven, wist ik dat ik mezelf voor de gek hield.
Cave de Bissey: tijdens de verbouwing gaat de verkoop gewoon door!
Het wordt steeds moeilijker om een goede basis-bourgogne te vinden voor onder het tientje en het segment tussen 10 en 15 euro begint langzamerhand ook te verdampen. Dus krijg ik steeds vaker mailtjes van lezers in de trant van: zijn ze echt een bezoek waard, die coöperaties? Ik laat het antwoord aan de bekende Engelse wijnschrijver Hugh Johnson die in zijn Pocket Wine Book 2024 over de bekende coöperatie in Buxy het volgende opmerkte: “Not to be sniffed at.“
Lang voordat aan Marsannay-la-Côte een appellation village werd toebedeeld, waren de pijlen van de plaatselijke wijnbouwers op het nabije Dijon gericht. Men produceerde met behulp van de gamay druif een zogenaamde vin ordinaire (te vergelijken met de oude classificatie Vin de table), waarmee in Dijon goede zaken werd gedaan. Aan het eind van de 19e eeuw kwam een spoorlijn die zorgde voor concurrentie van goedkope wijnen uit het zuiden van Frankrijk. Een commerciële achteruitgang zette in, en aan het begin van de vorige eeuw liet de financiële situatie van de wijnbouwers in het dorp te wensen over. In een poging om het tij te keren produceerde Joseph Clair in 1919 een rosé die werd gemaakt van de toen in Marsannay-la-Côte zeldzame pinot noir druif.
De proef- en verkoopruimte van Domaine Michel Martin in Coulanges-la-Vineuse
Samen met wijndorpen zoals Irancy en Saint-Bris le-Vineux maakt Coulanges-la-Vineuse in het noordwesten van de Bourgogne deel uit van het wijndistrict Auxerrois. Coulanges-la-Vineuse is het enige wijndorp op de linkeroever van de rivier Yonne met een unieke appellation régionale: Bourgogne Coulanges-la-Vineuse. Een kleine twintigtal wijnbouwers, verdeeld over maar liefst zeven gemeenten, verbouwt onder deze naam vooral de pinot noir druif. Vele vingers, onder meer van de Engelse wijnschrijver Patrick Matthews, wijzen Michel Martin aan als favoriete wijnbouwer. Een bezoek aan zijn domein stond daarom al lange tijd hoog op mijn lijstje.
Domaine Michel Juillot in Mercurey noemt zijn rosé ‘Montruc’
Rosé uit de Bourgogne is grofweg onder te verdelen in drie categorieën. In het grootste deel van de Bourgogne wordt rosé gemaakt van de pinot noir druif. De rosé heet dan simpelweg ‘Bourgogne Rosé’. In de Mâconnais, het meest zuidelijke wijndistrict van de Bourgogne, wordt rosé gemaakt van de gamay druif. Op het etiket lees je doorgaans ‘Mâcon Rosé’ (overigens wordt de rosé in de Beaujolais, ‘Beaujolais Rosé’, ook gemaakt van de gamay druif). Met onder meer de classificatie ‘Coteaux Bourguignons’ is het toegestaan om de teugels zowel in de Bourgogne als in de Beaujolais te laten vieren. Het is dan bijvoorbeeld mogelijk om de pinot noir en gamay druif bij elkaar te voegen én om de rosé een meer exotische naam mee te geven.
Tijdens mijn eerste rondreis door Bourgogne begeleidde ik in een restaurant een maaltijd door een Bourgogne Passe-tout-grains. Hij was ronduit heerlijk. Om onder de aandacht te houden, was mijn gedachte. Maar ik vond zijn gelijke niet, ondanks vrij doorwrocht speurwerk. Na een gesprek met een wijnbouwer staakte ik de zoektocht. Hij trok bij de vermelding van deze bourgondische variëteit een opvallend lang gezicht en hield het wat betreft mijn eerste Bourgogne Passe-tout-grains op een gelukstreffer: “Waarschijnlijk was het aandeel pinot noir relatief groot en waren de druiven van een goed jaar. Mogelijk ook dat u een fles dronk die een aantal jaren was bewaard. Het karakter en de smaak van de pinot noir druif kunnen daardoor wat beter naar voren komen.”
In de Bourgogne worden grofweg drie soorten rosé gemaakt. De rosé die als ‘Bourgogne’ wordt aangeboden, is veelal gemaakt van 100% pinot noir. In de Mâconnais en Beaujolais wordt de rosé van de gamay druif gemaakt (resp. ‘Mâcon- en Beaujolais Rosé’). Onder de twee namen, zo je wil classificaties ‘Bourgogne Passetoutgrain’ en ‘Coteaux-Bourguignons’, is het mogelijk om de pinot noir en de gamay druiven bij elkaar te voegen.
‘Grands Jours de Bourgogne’ is een tweejaarlijkse wijnbeurs voorbehouden aan professionele kopers van wijn uit Bourgogne (wijnhandelaren, importeurs, slijterijen, restauranthouders, sommeliers) … én aan journalisten. Het vijfdaagse evenement bracht meer dan 1.000 wijnmakers samen die tegen de 10.000 wijnen presenteerden aan ongeveer 2.500 bezoekers. Dag vijf en op zoek naar rosé … in de Côte de Nuits.
De vijfde dag in onder meer de sporthal van Gevrey-Chambertin
Het leek onderhand business as usual, toen ik vrijdagochtend nipte aan een ‘Charmes-Chambertin’ (Domaine des Varoilles). De laatste dag van Grands Jours de Bourgogne werd gekozen voor slechts één manifestatie *) en wel die in Gevrey-Chambertin, waarbij het noorden van de Côte de Nuits centraal stond (Marsannay, Fixin en Gevrey-Chambertin zelf). Hier kon ook enige witte wijn worden geproefd. Ik ging in de vroege ochtend vooral voor de rosé uit Marsannay. Ik geloofde wel dat ik bij een andere manifestatie van een ‘Bonnes Mares’ stijl achterover zou slaan. Dat deed ik al van die ‘Charmes-Chambertin’. Daarbij vond ik het na inmiddels vijf dagen van proeven een zware opgave om mij nog voor het middaguur onder te dompelen in stevige rode Bourgognes, ook al diende ik ze uit te spuwen, om vervolgens ruim zes uur achter het stuur te zitten.
AOC Marsannay, gelegen onder de rook van Dijon, is de meest noordelijke appellation village van de Côte de Nuits. Marsannay viert dit jaar haar 30-jarige bestaan. Ik zag dit voorjaar echter geen slingers en ballonnen in het dorp Marsannay-la-Côte. Misschien worden deze feestelijke attributen wel tevoorschijn gehaald wanneer enkele wijngaarden, zoals ‘Clos du Roy’, worden gepromoveerd tot de classificatie 1er Cru. Maar zover is het nog lang niet.
Het noorden van de Mâconnais geniet niet die bekendheid als het zuiden van dit bourgondische wijndistrict. Hier geen Pouilly-Fuissé of Saint-Véran. Inmiddels hebben de wijndorpen Viré en Clessé zich in het noorden opgewerkt tot een appellation village. Het wijndorp Lugny is momenteel en route. De wijnbouwers in de Mâconnais produceren overwegend witte Mâcon-Villages van de chardonnay en rode Mâcon van de gamay druif. Het grootste deel van de druivenoogst (70%) wordt naar een coöperatie gebracht. Het grootste deel van de druivenoogst — zo’n 70% — gaat naar een coöperatie. Het dorp Igé vormt hierop geen uitzondering.