
De Bourgogne staat bekend om wijnen die zijn gemaakt van slechts één druivensoort. Voor rood is dit meestal de pinot noir druif (39,5%), voor wit de chardonnay druif (51% én de winnaar). In mindere mate treffen wij in deze wijnregio ook de gamay druif (2,5%) en de aligoté druif (6%) aan voor respectievelijk rode en witte Bourgognes. De gamay druif wordt vooral verbouwd in het meest zuidelijke wijndistrict van de Bourgogne: de Mâconnais. De aligoté druif vind je terug in heel Bourgogne, maar vooral in het noorden (Grand Auxerrois) en in de Côte Chalonnaise.
Zij horen er ook bij: de rode césar druif en de witte sauvignon blanc druif, die wij allebei aantreffen in het noorden van de Bourgogne. De césar druif wordt verbouwd in en rondom enkele appellations, zowel régionale (Bourgogne Coulanges-la-Vineuse) als village (Irancy), waar een kleine hoeveelheid mag worden toegevoegd aan de pinot noir druif om deze laatste druif een steuntje in de rug te geven. De sauvignon blanc druif vinden wij terug in en rondom Saint-Bris-le-Vineus, waar deze druif zich helemaal thuis voelt en verantwoordelijk is voor een unieke appellation village: Saint-Bris.
Tekent zich een beeld af dat in het noorden van de Bourgogne meer verschillende druivensoorten zijn aangeplant en dit blijkt te kloppen. Andere witte druiven die wij hier terugvinden zijn de zeldzame sacy druif en de melon de bourgogne, de bourgondische muscadet druif die wij vooral aantreffen rondom Vézelay. In het noordwesten van de Bourgogne (rondom de stad Joigny) wordt een zogenaamde vin gris gemaakt van de pinot gris druif. Verder wordt in dit wijndistrict een traditie overeind gehouden met de productie van de zogenaamde vin gris à l’ancienne met de pinot noir, sauvignon blanc, (rode) tressot en, zet je schap, de (rode) malbec druif. Een dikke 50 km ten oosten van Joigny ligt Épineuil, waar men rosé maakt van de pinot noir druif. Niet zelden wordt hierbij een scheutje pinot blanc aan toegevoegd. De pinot blanc druif vinden wij zelfs terug in de Côte d’Or (van Marsannay tot Pernand-Vergelesses) al dan niet vermengd met de chardonnay druif. Oh ja, de bourgondische naam van de pinot blanc druif: pinot beurot.
De meeste Bourgognes vallen onder de classificatie Appellation d’Origine Contrôlée. Minder bekend, binnen de wijnregio Bourgogne liggen vier wijndistricten die vallen onder een Indication Géographique Protegée (IGP). Deze laatste classificatie biedt wat betreft regelgeving meer ruimte voor de wijnbouwers met een extra dosis druivensoorten voor het uitkiezen. Neem bijvoorbeeld de wijngaarden van de Coteaux de l’Auxois, die ook ruimte bieden voor de (rode) merlot en de (witte) viognier druif. Dit zijn slechts twee voorbeelden van de 25 druivensoorten die worden aangeplant. Zij mogen binnen de regels van een IGP ook nog een keer bij elkaar worden gevoegd. Teken ik wel de trend aan dat men binnen een IGP toewerkt naar het creëren van wijnen van maar één druivensoort, meestal één van vier de traditionele bourgondische variëteiten.
Niet alleen binnen de Indication Géographique Protegée, maar ook de Appellation d’Origine Contrôlée is het mogelijk om druivensoorten te mengen. De bekendste appellations onder de blends zijn de Bourgogne Passe-tout-grain (meestal 2/3 deel gamay en 1/3 deel pinot noir) en de Coteaux Bourguignons (vaak 50% pinot noir en 50% gamay, maar hij kan ook van witte druiven worden gemaakt). Zonder verder in details te treden: ook een Crémant de Bourgogne wordt vaker gemaakt van meer druivensoorten en niet zelden worden tijdens het productieproces rode en witte druiven bij elkaar gevoegd. En dan zijn daar ten slotte de vele creatieve cuvées van de bourgondische wijnbouwers. Onlangs dronk ik in Mercurey een wijn gemaakt van zowel een deel chardonnay als een deel aligoté, hetgeen resulteerde in een frisse en fruitige witte wijn. Deze vrolijke creatie valt trouwens onder de classificatie Vin de France, dus mag hij geen ‘Bourgogne’ worden genoemd.
Denk je dat je het onderhand op een rijtje hebt, sta je plotseling met een Mâcon-Bray ‘Ratatouille’ van Sébastien en Delphine Boisseau (Mâconnais) in de hand. In deze fles: pinot noir, gamay en chardonnay rosé (ook ‘chardonnay gris’ genaamd), een chardonnay druif met een lichtblauwe kleur. De drie druiven zijn grootgebracht binnen voor hen geëigende climats. Het resultaat is een door en door (h)eerlijke (bio!) rode Bourgogne. Helaas werd deze cuvée vooralsnog alleen geproduceerd met de druivenoogst uit 2016. Maar de boodschap is duidelijk: de Bourgogne is meer dan alleen de pinot noir en de chardonnay druif.