
Binnen de classificatie Appellations d’Origine Côntrollées (AOC) valt het grootste deel van de Bourgognes (52%) onder de zogenaamde ‘regionale appellations’. De villages, 1ers Crus en Grands Crus vormen de top van de piramide. Je kunt binnen de regionale appellations onderverdelingen maken, grotendeels gebaseerd op objectieve criteria. Hier en daar mag je met een onderverdeling de voorzichtige veronderstelling doen dat de kwaliteit van die ene Bourgogne over het algemeen net wat beter is dan van die andere Bourgogne.
Binnen de wijnregio Bourgogne kunnen de regionale appellations worden onderverdeeld in twee groepen. Enerzijds kun je op het etiket van een Bourgogne naast de naam ‘Bourgogne’ al dan niet een nadere geografische duiding lezen, anderzijds kun je op een etiket van een Bourgogne naast de naam ‘Bourgogne’ de naam van de druif, waarvan de Bourgogne is gemaakt óf de wijze van productiemethode lezen. Laat ik bij deze tweedeling enkele voorbeelden geven om het een en ander te verduidelijken.
- Wanneer je in een Albert Heijn, Jumbo of HEMA een Bourgogne in de hand houdt, lees je meestal simpelweg de naam ‘Bourgogne’ op het etiket. Dit betekent dat de druiven in ieder geval afkomstig zijn uit de wijnregio Bourgogne en die strekt zich uit vanaf het departement Yonne tot en met het departement Rhône (Beaujolais). Misschien vreemd om te lezen dat de druiven van een generieke Bourgogne kunnen worden geplukt in de Beaujolais. Het merendeel van de druiven dient dan toch de pinot noir druif te zijn en niet de in de Beaujolais gangbare gamay druif. Met twee namen wordt de geografische omvang van een Bourgogne beperkt, in het Frans geduid als semi-Régionales of sous-Régionales: Mâcon en Beaujolais. Aan het einde van deze bijdrage kom ik hierop terug.
– De naam ‘Bourgogne’ kan worden gevolgd door het district waar de wijnen worden geproduceerd. Bekende voorbeelden zijn Bourgogne Hautes-Côtes de Beaune en Bourgogne Côte Chalonnaise;
– De naam ‘Bourgogne’ kan worden gevolgd door de gemeente, waar de wijnen worden geproduceerd. Voorbeelden: Bourgogne Chitry en Bourgogne Tonnerre;
– De naam ‘Bourgogne’ kan worden gevolgd door een climat (wijngaard), waarvan de druiven afkomstig zijn. Voorbeeld: Bourgogne Côte-Saint-Jacques. Het kan zelfs dubbelop: Bourgogne Côte Chalonnaise ‘Clos De Chenôves (district én climat).
- Terug naar de fles ‘Bourgogne’ die je in de supermarkt in de hand houdt. Vaak staat onder de naam ‘Bourgogne’ de naam van de druivensoort vermeld, waarvan hij is gemaakt. Dit is een facultatieve vermelding, niet verplicht dus. Bij rood is dit meestal ‘Pinot Noir’ en bij wit ‘Chardonnay’. Deze twee druivensoorten zijn inderdaad twee toppers binnen de wijnregio Bourgogne. Zonder in details te treden wat percentages betreft, een generieke rode Bourgogne kan of mag ook deels worden gemaakt van de césar en de gamay druif en een witte Bourgogne binnen sommige AOC’s zelfs deels of geheel van de pinot blanc druif.
– De Bourgognes met de toevoeging van de naam van één of meer druivensoorten (of de implicatie hiervan) zijn: Bourgogne Aligoté, Bourgogne Passe-Tout-Grains (een blend van gamay en pinot noir), Coteaux Bourguignons (vier witte en vier rode druivensoorten zijn toegestaan). En ja, er bestaat ook zoiets als Bourgogne Gamay. Maison Louis Latour uit Beaune maakt er eentje (bij onze zuiderburen te koop in de supermarkt Delhaize). De gamay druiven dienen afkomstig te zijn uit één of meer van de zogenaamde 10 Crus in de Beaujolais. Ik ken enkele fervente Bourgogne-liefhebbers die gruwen van deze laatste variëteit: “De zoveelste poging van de Beaujolais om zich met bourgondische veren te tooien.”
– Naast de vermelding van één of meer druivensoorten, kan een regionale appellation ook een productiemethode op het etiket kenbaar maken. Denk hierbij vooral aan een Crémant de Bourgogne of een Bourgogne Mousseux (méthode traditionnelle).