
Of je een Bourgogne meteen kunt drinken of dat je hem eerst enkele jaren dient te bewaren, is een vraag die je het beste kunt stellen aan de wijnproducent bij wie je de Bourgogne koopt. Helaas trekt deze meneer of mevrouw menigmaal een rookgordijn op met het antwoord: “Je kunt hem zowel meteen drinken als enkele jaren bewaren.” En ja, sommige aanbieders beginnen te lachen wanneer je het woord garder (bewaren) uitspreekt. Wijn is volgens hen alleen gemaakt om zo jong en zo snel mogelijk te drinken. Blijft het antwoord op de vraag veelal in het ongewisse. Aan het einde van deze bijdrage attendeer ik je daarom op een tool, waarmee je kunt napluizen wanneer je een Bourgogne het beste kunt openen.
Om te beginnen met twee algemene opmerkingen over Bourgognes, die het eerder geschetste dilemma onderstrepen. Allereerst zorgt de betere kwaliteit van de Bourgognes door de jaren heen voor een betere bewaarpotentie. Mindere bewaarjaren, zoals 2001 en 2004, bestaan ze nog? Met welke verschrikkingen de oogsten van 2012 en 2013 ook te maken hadden, ze brachten prachtige Bourgognes voort die rustig even mochten blijven liggen. Daarentegen schreeuwen sommige Bourgognes, zeker de recente witte variëteiten uit de Côte Chalonnaise (2017!), om nu al gedronken te worden. Het kan nog straffer. Ik opende niet lang geleden een Pommard 1er Cru van een paar jaar oud. Hij was reeds prima op dronk. Het is een bekend fenomeen: Bourgognes zijn steeds jonger, zo je wil sneller drinkbaar. Deze tendens geldt overigens niet voor alle Bourgognes. Het ligt uiteindelijk aan de stijl en perceptie van een individueel domein, van een handelshuis of een coöperatie.
Belangrijk zijn in ieder geval de condities om je Bourgognes te bewaren. In het standaardwerk Les Vins de Bourgogne (2019) staan enkele waardevolle adviezen: een goed ingerichte, niet al te vochtige wijnkelder met een constante temperatuur tussen de 11/12 en 14 °C. Het woord ‘constant’ is hierbij van groot belang. Wijn houdt niet van plotselinge temperatuurschommelingen, net zoals bij het bewaren van wijn geen licht, overheersende geuren en trillingen horen. De grotere, betere wijnhandelaren zijn vaak bereid om je aankopen te bewaren en soms de eerste jaren gratis. Met voor honderden of duizenden euro’s in een twijfelachtige kelder een aanbod om te overwegen.
Mijn, overigens bescheiden, (wijn-)kelder hikt voortdurend tegen de kritische 14 °C aan. Dat maakt mij wellicht een té voorzichtige wijnbewaarder, want “provided the balance is correct, any wine will last much better than you think (Clive Oates MW)”. Nu durf ik het wel aan om enkele Bourgognes uit de Côte de Nuits of Côte de Beaune meer dan vijf jaar weg te leggen, maar ik trek de grens bij tien jaar. Gelukkig heb ik de mogelijkheid om de betere bewaarwijnen in perfecte conditie te kunnen achterlaten in de grote wijnkelder van mijn bourgondische gastheer (ooit maakte deze kelder deel uit van een wijndomein). Ik gun bijvoorbeeld een rode Mercurey 1er Cru, wij bevinden ons aldaar tenslotte in het hart van de Côte Chalonnaise, een welverdiende rust van rond de vijf jaar.
Houd er rekening mee dat je Bourgognes een beetje nerveus worden van de honderden kilometers van Frankrijk naar Nederland (of België). Altijd in de kelder wegleggen en dan bedoel ik niet voor enkele dagen. Ik koop doorgaans ook een aantal flessen bij de bourgondische supermarkten. Het zijn deze wijnen die ik in Nederland als eerste open. Het is overigens geen slecht idee om in Bourgogne af en toe een winkel binnen te lopen voor een wat ouder exemplaar. Zo kocht ik vorig jaar een mooie Morey-Saint-Denis uit 2013 in de plaatselijke wijnwinkel Caveau des Vignerons. Ook nog een keer tegen domeinprijs, want de winkel heeft de functie van een caveau collectif. Ik mocht hem met de kerst reeds openen. Hetzelfde genoegen bij Les Domaines de Pommard, waar ik nog niet zolang geleden een Pommard ‘Les Chanlins’ (1er Cru) van Domaine Parent uit 2010 kocht. Hospices de Bourgogne in Rully is zelfs gespecialiseerd in (zeer) oude jaargangen.
Bewaar- en/of drinkadviezen voor je Bourgognes zijn te raadplegen middels een speciale tool die is te vinden op de internetsite van het Bureau Interprofessionnel des Vins de Bourgogne (‘accords mets et vins’ → ‘choisir et servir mon vin’ → ‘servir mon vin’). Onder het kopje ‘Quand déboucher mon vin?‘ kun je een appellation (je treft een uitputtende keuze aan) en een jaartal invullen. Je bent dan één klik verwijderd van een antwoord op je vraag. De site van de BIVB heeft een Engelstalige equivalent. Helaas binnen de tool geen ruimte voor de Beaujolais. Heb je één van de tien beroemde Crus uit 2014 of 2015 in je kelder liggen, dan is 2020 een goed jaar om ze te openen (een tip uit Hugh Johnson’s Pocket Wine Book). Inderdaad weinig meer vervelend dan een geïmplodeerde Beaujolais.
Wat het thema van deze bijdrage betreft, bewaar ik een mooie herinnering. Jaren geleden, overigens tijdens mijn eerste bezoek aan de eerder genoemde Caveau des Vignerons in Morey-Saint-Denis, hield ik een rode Bourgogne in de hand. Ik vroeg aan de verkoopmedewerkster of ik hem diende te bewaren of dat ik hem meteen kon drinken. De vrouw zweeg aanvankelijk. Vervolgens glimlachte ze fijntjes en sprak de onsterfelijke zin uit: “Ce sera une petite fête ce soir.“
Ik wil graag weten wat de opleg is van een fles ‘Les Pierres Blanches’ van Domaine de la Vougeraie uit 2019.
LikeLike
Op een vraag zoals die van jou heb ik geen pasklaar antwoord. Vandaar dat ik die tool van het B.I.V.B. zo’n trouvaille vind. In jouw geval luidt het antwoord: À conserver, à consommer à partir de 2022-2023. Ik ben voorzichtig om een maximum te geven, maar volgens mij is hij na vijf jaar (2024) helemaal in orde om te drinken. Je kunt hem nog een paar jaar langer bewaren, maar waarom zou je dat doen? Aan de ander kant is 2019 een uitstekend jaar, dat nu al voor de nodige verrassingen zorgt …
LikeLike