
Ik blijk op de een of andere manier iets te hebben met Rosey. Inmiddels ben ik graag te gast in het kleine wijndorp dat in de Côte Chalonnaise ligt en bij de laatste telling 164 inwoners bleek te hebben. Eerst bezocht ik in Rosey het domein van de sympathieke Guy Chaumont (inmiddels in handen van Domaine de La Luolle, gevestigd in het nabijgelegen Moroges). Ik mocht vervolgens de opening bijwonen van Maison Géraldine Louise en werd door Géraldine Lochet prompt uitgenodigd met een nieuw jaargang kennis te maken. Afgelopen juni bezocht ik het jonge Domaine Lagarde met zijn eerste oogst uit 2019 en nog prompter diende ik het jaargang 2020 te komen proeven.
En dan rijd je het erf van Domaine Lagarde op en alles zag eruit als gisteren. Dus mochten wij (Xavier, mijn bourgondische gastheer, vergezelde me wederom) van Lucile Lagarde raden wat er in die kleine drie maanden binnen de proef- en verkoopruimte was veranderd. Het waren de nieuwe magnums waar Lucile op doelde en die achter haar hoog op een plank stonden. Magnums blijken in Bourgogne bijzonder goed te verkopen. Zij lenen zich uiteraard voor een maaltijd met veel personen, maar ze zijn vooral geliefd om cadeau te geven bij verjaardagen. Magnums zijn verder dankbare bewaarobjecten, dus had Lucile ervoor gekozen om eerst haar rode Bourgognes in de grote flessen te bottelen. Sowieso, en dat wist ik niet, hoe groter de fles, des te beter een wijn zich erin laat bewaren.
Ik durfde de vraag te stellen: “Wat zijn de verwachtingen voor de oogst van 2021?” Lucile Lagarde slaakte eerst een diepe zucht en vervolgens noemde zij een tweetal percentages voor de volumes wit en rood waar niemand vrolijk van wordt. Na de vernietigende nachtvorst begin april heeft de Bourgogne en ook de Côte Chalonnaise het hele pakket aan nare weersomstandigheden over zich heen gekregen, inclusief een heuse tornado in Mercurey. Verder zijn bij de combinatie van warm en nat weer de wijnbouwers beducht voor meeldauw en die vrees bleek bewaarheid te worden. Het buitje vanochtend was daarom welkom, maar bij lange na niet afdoende. De verwachte zonnige omstandigheden voor de komende dagen noopten sommige wijnbouwers om nog wat bladeren te snoeien. Men let daarnaast erop om de druiven in de felle zon niet te droog te laten worden. Het blijft een complexe situatie die van dag tot dag dient te worden beschouwd en hoe de bourgondische wijnoogst van 2021 er uiteindelijk uit ziet. Wij weten het pas wanneer de laatste druif in de wijnkelder is binnengebracht.
Helaas dat ook de opbrengsten uit 2019 en 2020 een stuk lager dan normaal uitvielen, maar de kwaliteit is ronduit voortreffelijk. Mag het jaar 2018 reeds als ‘klassiek’ te boek staan, 2019 en 2020 zijn volgens Lucile Lagarde nog een stuk beter. De witte Bourgogne Côte Chalonnaise is deels groot gebracht in een stalen en deels in een houten ton. Het betreft een soort refurbished houten ton, waarvan een deel van de binnenlaag is weggeschrapt. Een beetje boisé (lees: vriendelijke tonen toast, doet de structuur van de wijn overigens alleen maar goed) en voor de rest een puntgave witte Bourgogne Côte Chalonnaise, mooi in balans en te serveren als aperitief of een maaltijd met vis. Tweemaal werd ons een witte Montagny (1er Cru) voorgeschoteld: tweemaal een ideale mix van minerale tonen, vers fruit (citrusvruchten op de achtergrond) en witte bloemen. In tegenstelling tot de ‘Les Coères’ was de ‘Les Chaniots’ wat ronder, met een extra botertje en een langere afdronk. Wel vanwege de kleine opbrengst grootgebracht in een eikenhouten ton. Lucile zorgde voor een kleine generalisering: “Ik vind dat beide variëteiten Montagny wat karakter betreft elkaar niet veel ontlopen.”
Rode Bourgognes uit 2020 blijken vooralsnog geconcentreerd en krachtig te zijn. Het woord puissance vloog ettelijke malen door het proeflokaal. En het is niet de invloed van het hout, een dot kruiden of specerijen. Het is vooral de concentratie van het druivensap die het karakter van de Bourgognes uit 2020 bepaalt en aan hen een prachtige donkerrode kleur meegeeft. Dit gold zowel voor de rode Mercurey (nog een tikkeltje jeugdig en verrassend fruitig) als voor de Bourgogne Côte Chalonnaise ‘Clos de Chenôves’. Vooral de oudere en hoger gelegen wijnranken, en je zou ze ook ‘vieilles vignes’ mogen noemen, binnen dit climat (wijngaard) staan aan de wieg voor de versie uit 2020. “Ik wil niet pretentieus zijn, maar ik weet welke kant deze wijnen opgaan en dat is alleen maar de goede kant”, was de mening van Xavier. “Dat denk ik ook”, beaamde Lucile, “en daarvoor hoef je ze ook nog niet eens jaren te bewaren. Na enkele maanden zullen de fruitimpressies meer naar voren te treden en zal de afdronk langer en smaakvoller zijn.” Zo ook bij de laatste rode wijn die wij proefden: de generieke Bourgogne Côte Chalonnaise. “Welhaast een geconcentreerde fruitbom”, merkte ik op. “Zeker”, zei Lucile, “maar in dit geval ligt het ook aan de eigenschappen van het climat en van de wijnstokken. Maar onder de streep is dit een Bourgogne zoals ik hem het liefst maak. Ik durf met Kerstmis bij een Boeuf bourguignons reeds een fles te openen!“ Een prima idee, Lucile!
N.b.: de eerste bijdrage over Domaine Lagarde publiceerde ik op d.d. 26 juli 2021. Inmiddels bezocht ik het domein d.d. 7 juni 2022 voor een derde keer om de Bourgogne Aligoté ‘Le Petit Pélerin’ 2021 te proeven. Net gebotteld, jeugdig karakter: minstens een half jaartje bewaren. Nauwelijks nog 2019 voorradig, maar wel nog menig 2020.