Terug in de Côte Chalonnaise, waar ik de komende twee weken vertoef bij mijn geliefde zuiderbuur Givry. Een selectieve lijst met aanbevolen producenten in de volgende bijdrage. Eerst een inleidende beschouwing over de AOC Givry.

“Givry is apart”, schreef Hubrecht Duijker ruim veertig jaar geleden en na hem wisten weinig andere wijnschrijvers deze AOC in de Côte Chalonnaise beter te omschrijven. “En vooral niet vergelijken met een Volnay”, wierp Duijker ons na. Want andere auteurs deden dit vóór hem en, ondanks de opgestoken vinger van Duijker, ná hem. Givry heeft in ieder geval niets te maken met Gevrey-Chambertin, ondanks dat beide plaatsnamen voor de helft op elkaar lijken. Sommige auteurs voelden zich toch geroepen om de bodems van de twee wijndorpen met elkaar te vergelijken. Verrassende uitkomst: deze zijn niet hetzelfde.
Om de wijnen van Givry enigszins te kunnen duiden, koos de eminente kenner van de Bourgogne Clives Coates (MW) een dikke tien jaar geleden voor de koninklijke weg: “Ergens tussen een Rully en een Mercurey (de twee noorderburen van Givry).” Coates had vooral de rode wijnen uit de drie wijndorpen voor ogen. De pinot noir druif is namelijk de dominante druif in de wijngaarden van Givry. Hugh Johnson gooit het inmiddels over een andere boeg: “[Givry is] better value than Mercurey.” Nu is Johnsons jaarlijkse Pocket Wine Book geen bron voor uitgebreide beschrijvingen van deze AOC en met “top tip in the Côte Chalonnaise” en “tasty reds” worden wij niet veel wijzer.
Enkele van mijn favoriete Bourgogne-auteurs draaien om de hete brij heen en aldus lezen wij hoe charmant de plaats Givry zelf is met zijn Porte de l’horloge en Halle Ronde. De karakteristieke toren van de neoclassicistische kerk is vanuit alle windhoeken te bewonderen. Allemaal waar, maar hoe zit het met de wijn? Wat maakt die ‘aparte Givry’ uniek? Les Vins de Bourgogne (2019) opgeslagen en in dit standaardwerk vinden wij een korte beschrijving: “Een Givry is genereus en rechtdoorzee. Deze warme, levendige wijn wordt vaak vergeleken met een … Volnay.”
Het Bureau Interprofessionnel des Vins de Bourgogne (BIVB) geeft op zijn internetpagina een uitgebreide omschrijving van de karakteristieken van een (rode) Givry: kleuren die naar paars neigen, smaken die variëren van aardbeien, bramen, viooltjes tot drop, wild en kruidnagel. Verder wordt een Givry soepel, rond en vol, wanneer je hem drie tot vijf jaar bewaart. Zeker wanneer het een 1er Cru betreft (de Côte Chalonnaise kent geen Grands Crus), doe je er verstandig aan om de Givry enkele jaren in jouw wijnkelder weg te leggen, voordat je hem opent.
Altijd leuk om naar filmpjes te kijken en op de internetsite van hetzelfde BIVB vinden wij er maar liefs drie over Givry. Om te beginnen met een presentatie door Véronique Drouhin (inderdaad, van het vermaarde handelshuis uit Beaune). Volgens haar is door het geavanceerde werk in de wijngaarden het rustieke en tanninerijke karakter van een Givry door de jaren minder geworden en kan deze Bourgogne vandaag de dag als een stijlvolle wijn worden beschouwd. Een beetje te vergelijken met een … Volnay. Niet meteen de wijsvinger opsteken, want Véronique Drouhin nuanceert meteen de gewraakte vergelijking. Een Givry lijkt op een Volnay wat betreft perceptie en stijl. Een Givry heeft zich volgens haar door de jaren heen ontwikkeld van een Gérard Depardieu tot een Roedolf Noerejev.
Vanaf de oogst uit 2012 vertegenwoordigt Juliette Joblot de tweede generatie wijnbouwers binnen Domaine Joblot. Zij doet ook een duit in het zakje en geeft haar descriptieve presentatie van een Givry. Domaine Joblot stond lang bekend om zijn stevige rode wijnen, waarbij het domein niet terugschrok van de nadrukkelijke tonen eikenhout in de wijn. Mede daarom beveelt zij ook aan een Givry drie tot vijf jaar te bewaren om hem met versmolten houttonen beter, mooier in balans terug te vinden. Mocht je de verlokkingen van een Givry niet kunnen weerstaan, doe je er verstandig aan om hem eerst te decanteren. Serveer er een Abbaye de Cîteaux (een bourgondische kaas) bij en je maakt Juliette Joblot helemaal gelukkig.
Ten slotte komt Jean-Pierre Renard, werkzaam bij l’Ecole des Vins de Bourgogne in Beaune, aan het woord. Renard onthult alle facetten van de AOC Givry: van de ligging van de climats (unieke, afzonderlijke wijngaarden), de blootstelling aan de zon tot het grote verschil in bodemsamenstelling (zelfs binnen één climat). Uniek zijn de grote hoogteverschillen binnen deze AOC. In de grotere valleien tref je zogenaamde combes (kleinere valleien of diepe holtes) aan met elk hun eigen uniciteit. Met deze beschrijving van de AOC Givry is het dan ook niet vreemd om in het naslagwerk La Côte Chalonnaise te lezen “Givry: joyau (juweel) du terroir“.
Wellicht strooit de diversiteit van de AOC Givry ons zand in de ogen bij het kernachtig willen duiden van haar wijnen en daarom zal het laatste woord over Givry nog wel even op zich laten wachten. Geniet intussen van een wandeling langs de wijngaarden van Givry, waarvan er vele zijn ommuurd. Bij de lavoir van Givry, aan de westrand van het dorp, start een viertal mooie Ballades Vertes. Gaan wij in de volgende bijdrage op zoek naar goede Givry. En dat blijkt niet moeilijk te zijn.