
Monthélie is een minder bekende AOC in de Côte de Beaune en de meningen over haar Bourgognes liepen tot voor kort sterk uiteen. Sprak een wijnschrijver over een ‘Poor men’s Volnay’, schreef de andere: “Monthélie’s wines, especially the premiers crus, are probably the most underrated in Burgundy.” De Engelse wijnschrijver Patrick Matthews drukte zich diplomatieker uit door te stellen: “Monthélie is a name that creates pleasurable anticipation on the label, though often followed by some slight disappointment at the price.” Er is zelfs geen eenduidigheid over de uitspraak van de naam ‘Monthélie’, die volgens sommige ingewijden ‘Mont’lie’ is.
Het wijndorp Monthélie ligt ten zuidwesten van Volnay aan de D973, ook bekend als Route des Grand Crus. Reis je verder over de D973, arriveer je spoedig bij de tweede buur: Auxey-Duresses. Ten zuiden van Monthélie ligt Meursault. De omvang van de AOC Monthélie is relatief klein, maar de wijngemeente is wel gezegend met een grote aantal 1ers Crus wijngaarden. Er worden in dit wijndorp vooral rode Bourgognes gemaakt. De zeldzame witte wijnen uit Monthélie treden de laatste jaren meer nadrukkelijk op de voorgrond. Zij lijken wat kleur, smaak en structuur betreft op die uit Meursault. Afgelopen november dronk ik mijn eerste witte Monthélie (van Domaine Dujardin) en dat was een meer dan aangename kennismaking.
Rode wijn uit Monthélie wordt vaak vergeleken met die van zijn beroemde buurman Volnay. Daar waar aan de laatste een fluwelig, zijdeachtig karakter wordt toegedicht, wordt wijn uit Monthélie omschreven als meer rustiek en tanninerijk. De Monthélie 2014 van Domaine Doreau, een verder meer dan prima Bourgogne, bevestigde voornoemde kwalificaties. En ik houd wel van enige weerbarstigheid in een Bourgogne. Wanneer een Monthélie, zeker een 1er Cru, wordt geschonken in een ruim glas, zul je zijn charmante, elegante karakter ontdekken. Een voorbeeldige kennismaking met Monthélie waren twee 1ers Crus van Bouchard Père et Fils: ‘Les Champs Fulliot’ en ‘Les Duresses’. Het eerste climat (wijngaard) grenst aan Volnay, het tweede aan Auxey-Duresses, die overigens zijn eigen ‘Les Duresses’ heeft. Twee prachtige Bourgognes: de eerste wat delicater, de tweede wat zachter. Je betaalt voor een dergelijke 1er Cru enkele euro’s meer dan een 1er Cru uit Auxey-Duresses. Een Volnay is een stuk duurder. Maar dat veronderstel ik als bekend.
Er kan een reeks producenten als ‘aanbevolen’ worden aangemerkt. Patrick Matthews benoemt drie namen die ook door andere auteurs worden aangehaald: Domaine Paul Garaudet (Florent Garaudet roert zich inmiddels ook), Domaine Monthelie-Douhairet-Porcheret en Château de Monthélie (Domaine Eric de Suremain). Vergeet zeker niet de versies Monthélie van de andere klassieke, vermaarde handelshuizen in Beaune.
Château de Monthélie verdient om een aantal redenen een nadere toelichting. Allereerst omdat het zich een paar jaar geleden mocht verheugen op een bezoek van Ilja Gort. Verder omdat het domein werkt op basis van een biodynamisch gedachtegoed. Ten slotte omdat ik het afgelopen voorjaar het genoegen had om enkele wijnen van het domein te mogen proeven tijdens Grands Jours de Bourgogne. In het notitieboekje zie ik achter de rode Monthélie uit 2015 alleen maar een kruisje en groot uitroepteken staan. Ik herinner me de betoverende aroma’s met de geuren van mooi, rijp klein rood en blauw fruit. Ik dronk uiteindelijk een genereuze, weelderige Bourgogne met een fluweelzacht karakter. Ik kan alleen maar concluderen dat op het moment van proeven woorden mij tekort schoten. Ilja trouwens ook.