
Vele domeinen die ik binnentrad, toonden kenmerken van een vierkantshoeve, een boerderij met een binnenhof. Iets dergelijks verwachtte ik ook bij Domaine des Varoilles, omdat het aan de rand van de bebouwde kom van Gevrey-Chambertin ligt. Nee, dit domein heeft aan de achterzijde een grote opening. Zou je rechtdoor lopen, kom je niet in een schuur met allerlei materialen terecht, maar wandel je pardoes de wijngaarden van Gevrey-Chambertin in. Vlak voor de wijngaarden stonden enkele formica stoelen en een houten tafel. Alleen al het idee om daar de rest van de dag te mogen zitten om van het mooie uitzicht te genieten, vervulde mij met een gelukzalig gevoel. Met een goede Bourgogne op de tafel uiteraard.
De eerste keer dat ik Gevrey-Chambertin bezocht, parkeerde ik de auto in het centrum. Ik liep door het dorp, aanschouwde het aanbod van domeinen en nam uiteindelijk plaats bij een bar en bestelde een koffie. Vervolgens liet ik het besef in Gevrey-Chambertin te zijn minutenlang op me inwerken. Dit zijn de simpele dingen die het leven de moeite waard maken. Wat de wijnen van dit beroemde wijndorp betreft, kende ik tot voor dat moment alleen enkele exemplaren van de klassieke handelshuizen in Beaune, zoals de verdienstelijke versies van Bouchard Père & Fils en de huizen Joseph Drouhin en Louis Jadot.
Domaine des Varoilles kiest bewust voor vaste openingstijden, waarbij het van tevoren niet noodzakelijk is om een afspraak te maken. Men heeft daar slecht één simpele reden voor: het is voor de eigenaren en medewerkers van het domein een groot genoegen om gasten te mogen ontvangen en hen te vertellen over hun wijnen. Domaine des Varoilles is niet het meest bekende domein in Gevrey-Chambertin, maar men maakt drommels goede Bourgognes (vermeldingen in Le Guide Hachette des Vin, Wine Spectator, Decanter, Bourgogne Aujourd’hui, etc.). Eerder dit jaar bezocht ik het domein.
In het proeflokaal ging de gastvrouw, speciaal werkzaam voor het ontvangen van bezoekers, achter een tafel staan. De gehele opstelling bracht mij terug in het biologielokaal van mijn middelbare school, inclusief de strenge docente voor de klas. Opvallend waren de grote glazen buizen die de bodemsamenstelling van de specifieke climats (wijngaarden) inzichtelijk maakten. Naast het glaswerk stonden de corresponderende Bourgognes. Van links naar rechts: twee appellations villages (allebei monopole), drie 1ers Crus (twee maal monopole), een Charmes-Chambertin en een Clos Vougeot (twee maal Grand Cru).
Wanneer je de oprechte intentie hebt om wijnen uit de Bourgogne beter te leren kennen, verdwijnt ook het vermeende gevoel van een belerend decor. Mijn gastvrouw nam alle tijd om mij het een en ander uit te leggen, vooral over hoe de ligging en bodemsamenstelling van een climat het karakter van een wijn bepalen. Plotseling was zij meer en rapport met mij en zei met een knipoog: “Deze smaakt naar frambozen en deze naar bosbessen.” Ik ging voor de bosbessen ofwel de Gevrey-Chambertin ‘Clos du Meix des Ouches’ (2013), één ster in Le Guide Hachette des Vins 2017: “Cassis, morel en chocolade […] frisse, stevige en onderscheidende smaak.”
Aan het einde van mijn bezoek aan het domein vroeg de gastvrouw aan mij of ik de Charmes-Chambertin wilde proeven. Ik zei zo vriendelijk mogelijk en wellicht met een vals gevoel van bescheidenheid: “Graag een volgende keer.” De hele experience binnen het domein was voor mij al een groot genoegen geweest. Spijtig wel dat ik van dat prachtige uitzicht op de wijngaarden geen foto heb gemaakt. Wat ik toen nog niet wist, is dat ik binnen één jaar die Charmes-Chambertin toch zou proeven en wel tijdens de vijfde dag van de Grands Jours de Bourgogne 2018, in Gevrey-Chambertin zelf. Ogen dicht en ik zat toen in mijn gedachten voor even op die formica stoel.