
Met een aandeel van een dikke 2% eindigt de gamay druif in de Bourgogne naast het podium. De aligoté (6%), de pinot noir (39,5%) en de chardonnay-druif (51% – en de winnaar) nemen de eerste drie plaatsen in. In tegenstelling tot de aligoté druif heeft de gamay geen belangenorganisatie om de druif te promoten. Haar lot werd lang geleden bezegeld, toen Filips de Stoute in 1395 een decreet uitvaardigde om de druif in het hertogdom (lees: de Côte d’Or, zelfs in het plaatsje Gamay nabij Saint-Aubin) te verbieden en te verbannen naar het zuiden van de Bourgogne (lees: de Mâconnais, en natuurlijk de Beaujolais). De hertog was bang dat gamay de pinot noir zou overtreffen vanwege de overvloedige opbrengst. De twee genoemde wijndistricten hebben de traditie bewaard, aangezien gamay op haar best is op granieten en kiezelhoudende ondergronden.
Aldus werd de gamay druif opnieuw aangeplant in de Mâconnais. Maar de Bourgogne blijft de Bourgogne en kun moeilijk spreken van de typiciteit van het terroir in de Mâconnais. Naast granieten en kiezelhoudende ondergronden, vind je ook klei en kalksteen in de bodem. Deze laatste twee ingrediënten zijn dan weer verleidelijke motieven om in de Mâconnais de pinot noir druif aan te planten. En dit gebeurt ook. In plaats van Mâcon, lees je dan ‘Bourgogne’ op het etiket van de fles. De gamay druif houdt vooralsnog stand, mede omdat de meer kwetsbare pinot noir en chardonnay druif de wijnbouwers bijna elk jaar problemen opleveren.
In een tijd waarin de prijzen van bourgondische Pinot Noirs enorm zijn gestegen, heeft de consument drie keuzes: steeds dieper in de buidel tasten, uitzien naar andere rode wijnen in Frankrijk of zich wenden tot de gamay druif. Een artikel in de La Revue du vin de France nodigt ons nadrukkelijk uit om de laatste optie te overwegen, maar dan wel op een manier waarbij ik moeilijk kan aanhaken. Wanneer Arnaud Orsel (intendant Château du Clos de Vougeot) zegt “niet ongevoelig te zijn voor de charmes van de gamay druif”, ben ik nog niet overtuigd. Wanneer je bij de vergezellende proefnotities meteen een fles naar voren schuift van 33 euro, sla je de plank mis, zelfs wanneer je wil spreken over “een schuchtere wederopstanding [van de gamay druif in de Mâconnais]”.
Het is een poos geleden dat ik een lans brak voor een rode Mâcon. Voor de goede orde: meestal 100% gamay, staat achter Mâcon de naam van een wijngemeente, dan weet je zeker dat hij 100% gamay is. Ik doe het nog steeds met de Mâcon-Bray ‘La Guenon’ 2022 van Domaine Christophe Perrin die ik dit voorjaar kocht tijdens de jaarlijkse Salon du vin in het Belgische Huy (aan dit derde bezoek wijdde ik geen aparte bijdrage). Deze rode Mâcon ligt alweer een half jaar in de kelder en dat doet ‘m goed. De wijnstokken zijn vijftig jaar oud en Perrin ging discreet om met de opvoeding in een houten ton. Inmiddels in het glas de gewaarwording van vele aroma’s, vooral klein rood fruit, een vleugje kaneel en in de verte een perzik. Soepel, levendig, aangenaam en evenwichtig. In het Frans klinkt het nog mooier: charme par sa symplicité. En dat voor nog geen tientje.
Ik blijf bij die Salon du Vin in Huy, waar ik traditiegetrouw ook een bezoek bracht aan de stand van Jérémy Bally (Domaine du Bois de Chat). Zijn Juliénas ‘Tradition’ uit 2022 overtrof iedere verwachting. De echte verrassing was zijn ‘Persane’, een zogenaamde ‘Blanc de noir’ en nee, het zijn geen bubbels. ‘Persane’ is een witte wijn gemaakt van de gamay druif: opulent wit fruit, mooie minerale tonen en perfect als aperitief of met een stukje geitenkaas. Lees de mooi vormgegeven internetsite van de sympathieke Jérémy Bally voor verdere details en voor meer mooie wijnen uit het noorden van de Beaujolais.
Ten slotte nog een keer terug naar het noorden van de Mâconnais, waar de Vignerons d’Igé ons iedere maand verrassen met een messcherpe aanbieding. In de maand augustus wordt de Mâcon Rosé uit de nieuwe serie «Terroirs des Brigands» in de etalage gezet. Ook Mâcon Rosé wordt gemaakt van de gamay druif. Trouwens, voor minder dan zes euro per fles.