Bijdrage nummer 250 en heb je ze niet allemaal gelezen, dan bij deze een sterk persoonlijk getinte samenvatting in 25 punten.

1. Geen beter begin van een bourgondische wijnreis dan een bezoek aan Chablis. Ik mag wellicht avontuurlijker zijn in dit wereldberoemde wijndorp met zijn vele uitstekende domeinen. Ik blijf namelijk trouw aan Denis Race, Jean-Marc Brocard en William Fèvre. Ten minste drie goede redenen voor een bezoek aan de alom geprezen lokale coöperatie (La Chablisienne): puike aanbiedingen, een voorzichtige start met bio-wijnen (met het label ‘Dame Nature’) en een goedkope serie wijnen (AOC Bourgogne), waaronder een witte Bourgogne, een Crémant de Bourgogne en een verrassend lekkere rosé.

2. Nu ook Chablis ieder jaar duurder wordt, is het wat betreft witte Bourgognes uitkijken in de Chablis omringende wijndorpen. Om te beginnen in Chitry. Terecht dat Domaine Giraudon in Nederland een fanschare heeft weten op te bouwen, maar Olivier Morin zet wat mij betreft met zijn twee witte cuvées ‘Constanze’ en ‘Olympe’ de puntjes op de ‘i’. Intussen verder kijken en in dit geval naar de witte Bourgognes uit Tonnerre. Ik word in alle opzichten vrolijk van de twee schavuiten die aan het hoofd staan van Domaine Des Quatre Saisons. Meer jong talent in de persoon van Floris Masson (Domaine du Val Grévin). Beide domeinen liggen in het aangrenzende wijndorp Épineuil.

3. Er worden ook prachtige rode Bourgognes gemaakt in de Chablis omringende Auxerrois. Om te beginnen in het wijndorp Irancy. Domaine Benoît Cantin is mijn eerste keuze vanwege de kwaliteit van zijn Bourgognes en vanwege de gastvrije ontvangst. In Coulanges-la-Vineuse bezoek ik graag Domaine Michel Martin. Dit laatste domein heeft ‘slechts’ vier Bourgognes op de menukaart staan: rood, een rode cuvée, wit en rosé. Misschien wel mijn favoriete domein in het noorden van de Bourgogne en wanneer ik zijn rosé drink, durf ik gerust de ellebogen op de tafel te plaatsen. Ik twijfel er niet aan dat Stéphanie Colinot met louter rode wijnen, haar man voorziet tenslotte in wit, de ongekroonde koningin zal worden van de Auxerrois, maar ik moet nog een beetje wennen aan haar strenge stijl.

4. Ga via Tonnerre richting het oosten over de D965 en na 50 km rijd je Châtillon-sur-Seine binnen, de hoofdstad van het wijndistrict Châtillonnais. Net ten zuiden van de Champagne is het niet verwonderlijk dat Crémant de Bourgogne hier de boventoon voert. “Zoveel verschilt het terroir niet”, werd mij door een wijnbouwer duidelijk gemaakt. De meeste domeinen maken ook stille Bourgognes (rood, wit en rosé) en bieden deze aan tegen vriendelijke prijzen. De Châtillonnais heeft geen coöperatie meer, inmiddels is ook het caveau collectif gesloten, dus dien je je direct tot een domein te wenden. Onder meer Domaine Roland van Hecke in Grancey-sur-Ource staat garant voor een hartelijke ontvangst in een speciaal gebouwd proeflokaal. Binnen de vier muren vind je fantastische Crémants tegen billijke prijzen.

5. Druk je graag de voet op het gaspedaal tijdens een rit van Chablis naar de Côte d’Or over de A6, adviseer ik je om toch een tussenstop te maken in Pouilly-en-Auxois. Vlak achter de tolpoort ligt het grote Maison de Pays de l’Auxois Sud. Hier vind je in de eerste plaats wijn van drie domeinen uit het wijndistrict IGP Coteaux de l’Auxois. Wijnen die zich dus geen ‘Bourgogne’ mogen noemen. (Wat meer tijd: een bezoek aan Domaine de Flavigny-Alésia in Flavigny-sur-Ozerain.) In het Maison verder een keur aan streekproducten en vele ‘echte’ Bourgognes, van Chablis tot Pouilly-Fuissé. Een dikke vijftien jaar geleden kocht ik op dit adres een aantal rode Bourgognes (Chambolle-Musigny, Aloxe-Corton, Savigny-lès Beaune), toen nog voor minder dan 20 euro de fles … Samen met Chablis van Jean-Marc Brocard reed ik huiswaarts. Naar ik verloor mijn hart in de Bourgogne.

6. Bij steeds meer domeinen in de Côte de Nuits is het kopen van vooral de duurdere Bourgognes gelimiteerd, zelfs bij het jonge, maar inmiddels stevig bewierookte talent in deze contreien: Amélie Berthaut in Fixin (Domaine Berthaut-Gerbet). Haal bij een VVV het boekje Guide des Caves en je weet welke domeinen zijn geoutilleerd voor de ontvangst van bezoekers. Verder liggen er in Morey-Saint-Denis en in Nuits-Saints-Georges (en binnenkort in Marsannay-la-Côte) caveaux collectifs, waar je wijnen van diverse domeinen kunt kopen tegen een tarif propriété. Gelukkig zijn er buiten de Guide des Caves nog voldoende adressen waar je een afspraak kunt maken. In hetzelfde Morey-Saint-Denis ligt het vriendelijke Domaine Alain Jeanniard. Voor een weldadige witte Côte de Nuits-Villages en een karaktervolle Morey-Saint-Denis ‘vieilles vignes’. Vooruit, nu ik Nuits-Saint-Georges ook heb aangehaald, Domaine Guy & Yvan Dufouleur staat pal voor en achter zijn appellation.

7. Wanneer je over de departementale weg van Dijon naar Beaune rijdt, ligt aan de rotonde richting Fixin de wijnwinkel Les bons plans du vin. In Bourgogne een wijnwinkel bezoeken: waarom niet? Les bons plans du vin heeft de allure van een outlet, zeker wanneer je de minimale marges in acht neemt. Voor als je een keer niet Chablis bezoekt, of de Beaujolais. Mijn favoriete winkel in Bourgogne is en blijft de kleine Robe Grenat in Givry (Côte Chalonnaise). De vriendelijke eigenaar, Philippe Strauel, proeft wijnen voor het tijdschrift Bourgogne Aujourd’hui, dus heb je te maken met iemand die van wanten weet en weet wat hij in de winkel plaatst. In Givry naast de kerk, waar je gemakkelijk de auto kwijt kunt.

8. Côte de Beaune herbergt vóór de stad Beaune een tweetal relatief onbekende appellations villages: Ladoix en Chorey-lès Beaune. In deze contreien betekent relatief onbekend niet meer automatisch goedkoop. Nou ja, wel een beetje goedkoper. Laten wij vooropstellen dat ook hier fantastische Bourgognes worden gemaakt. In het wijndorp Ladoix-Serrigny ligt het verdienstelijke Domaine Maratray-Dubreuil. In het bezit van het 1er Cru climat ‘Les Naget’ (een monopole waar zowel de chardonnay als de pinot noir druif is aangeplant). In Chorey-lès-Beaune huist het grote en bekende Domaine Tollot-Beaut. Trok voor de gelegenheid zijn Savigny-lès-Beaune uit 2018 open. Wat een smaakvolle en geconcentreerde Bourgogne met de nodige smaakreserves achter de hand.

9. De wijnhoofdstad van de Bourgogne is Beaune. Mooi, maar een beetje saai, toch? Linksom of rechtsom, een bezoek aan Bourgogne zonder Beaune, dat kan natuurlijk ook weer niet. Beaune is de thuishaven van een aantal gerenommeerde handelshuizen. Vijf van deze handelshuizen plaatsen een deel van hun assortiment in Boutique Denis Perret aan Place Carnot. De beste wijnwinkel in Bourgogne? Daarover is de jury nog in beraad. Wel een mooie en stijlvolle winkel en het personeel is zeer deskundig. Raadpleeg op haar internetpagina de ’10 maandelijkse aanbiedingen’, die je wellicht overhalen om een keer naar binnen te lopen. Vlak in de buurt van Denis Perret ligt die prachtwinkel Atheneum. Nergens in Bourgogne (Frankrijk?) vind je zoveel boeken over wijn. Snuffel verder langs de vele wijnbenodigdheden. Jammer dat men na het grondige restylen van de wijnafdeling het nodig vond om daar peperdure Bourgognes te plaatsen. Ik mis de rieten manden waarin je naar koopjes kon graaien. Maar zoals ik het in een eerdere bijdrage verwoordde, je kunt me hier gerust een middag alleen achterlaten.

10. Van wijngaarden in en rondom het dorp Sainte-Marie-la-Blanche nam ik ooit kennis, maar ik wist tot voor kort niet dat het tevens een heuse IGP is (net zoals de onder 6. vermelde Coteaux de l’Auxois). De wijnen in de regio Bourgogne die binnen deze classificatie vallen, worden hier voornamelijk geproduceerd door de lokale coöperatie: Cave de Sainte-Marie-la-Blanche. Dit kan men trouwens niet alleen, dus werd de hulp ingeroepen van de gelieerde coöperatie in het nabije Beaune (Nuiton-Beaunoy). Voor de rest is het eenvoudig en simpelweg heerlijk: rood, wit en rosé voor nog geen 4 euro de fles. Maar er is meer, en wel een uitgebreid aanbod Bourgognes uit de Côte d’Or en beide Hautes-Côtes. Tijdens het laatste bezoek werd als koopsuggestie de witte Hautes-Côtes de Beaune ‘En Vallarot’ uit 2016 naar voren geschoven. Voor nog geen tientje. En dat is wat ik wil onderstrepen: een hele tour om in Bourgogne een goede fles te vinden goedkoper dan hier in Sainte-Marie-la-Blanche. Weet dat de medewerksters je vooral graag in alle geuren en kleuren willen vertellen over die unieke IGP.

11. Volnay of Pommard? Overweeg eens een Monthélie, Auxey-Duresses of … een rode Chassagne-Montrachet (Domaine Jean-Marc Pillot)! Meursault of Puligny-Montrachet? Overweeg eens een Saint-Aubin of een Saint-Romain. De Bourgognes uit Volnay genieten onderhand van een ongenaakbare status, toch was de Pommard 1er Cru ‘Clos des Epeneaux’ uit 2015 van Comte Armand mogelijk de mooiste Bourgogne ooit gedronken. Finesse, elegantie? Ja, dat ook. Maar het eerste woord dat mij binnenviel bij het drinken van deze Pommard was ‘mystiek’. Hoewel Puligny-Montrachet het met een neuslengte wint van Meursault, sla ik een goede Meursault uiteraard niet af. Zelfs en zeker niet de mini-Meursault ‘Cuvée Oligocène’ van Domaine Patrick Javillier. Dit was ooit een generieke Bourgogne, maar is inmiddels geclassificeerd als ‘Bourgogne Côte d’Or’, een in de Bourgogne nog niet zo lang geleden geïntroduceerde classificatie binnen het hiërarchische trapje appellation régionale.

12. Mijn bourgondische gastheer is een fervente fan van Maranges. Door de jaren heen heb ik deze af en toe stugge, boerse, maar door en door eerlijke en heerlijke Bourgogne weten te waarderen. De 1ers Crus dien je door ze te drinken in een ruim glas, maar vooraleerst door ze eerst een jaar of vijf weg te leggen. Drie wijndorpen in het uiterste zuiden van de Côte de Beaune vormen de AOC Maranges. Het bio-gecertieerde Domaine Chevrot in Cheilly-les-Maranges herintroduceerde het paard in de wijngaarden. Voor een uitgebreide keuze wend je je het beste tot Le Caveau de Santenay in Santenay. Had net zo goed Le Caveau Santenay et Maranges mogen heten, want beide AOC’s staan centraal in dit caveau collectif. Met de slogan ‘découvrez les vins aux prix domaine‘ heb je geen verdere aanmoediging meer nodig. Een leuk en mondain wijndorp trouwens, Santenay, ook wel het ‘Nice van de Bourgogne’ genoemd.

13. Mijn weg naar Bourgogne is geplaveid met goede voornemens. Bezoek eens wat vaker de Hautes-Côtes. Maak eens wat meer werk van de Côtes du Couchois. Wanneer ik mij tot deze meer afgelegen bourgondisch wijndistricten wendde, was het tenslotte altijd feest. Mooie herinnering: Domaine Patrick Hudelot in Villars-Fontaine. Doet het 100% bio. Kijk uit naar zijn rode Bourgogne Hautes-Côtes de Nuits ‘Les Genevrières’. Nog een mooie herinnering: Domaine Claude Nouveau in Change (Hautes-Côtes de Beaune). Was een tip van de Engelse wijnschrijver Patrick Matthews. Hij schreef meer dan vijftien jaar geleden over de “hedonistic wines” van het domein. Toen ik onlangs een Bourgogne Aujourd’hui opende, stond dit domein te boek als découverte. Hoe het kan verkeren. De grootste producent binnen de Côtes du Couchois, Cave de Mazenay, maakte het ons wel heel gemakkelijk door een gelijknamige winkel te openen in het centrum van Chalon-sur-Saône.

14. De druif die ik in de loop van de jaren steeds meer wist te waarderen: aligoté. Natuurlijk laat deze druif zich van haar beste kant zien in Bouzeron, de unieke AOC in het noorden van de Côte Chalonnaise. Het plaatselijke Domaine Chanzy staat ieder jaar garant voor een rijkgeschakeerde ‘Clos de la Fortune’. Maar vanaf pakweg 2015 houd ik ook de generieke Bourgogne Aligoté onder de aandacht. Zoek het niet ver, met om te beginnen bij de drie coöperaties in de Côte Chalonnaise (in Bissey-sous-Cruchaud, Buxy en Genouilly). Ik zoek het ook niet ver en wend me tot mijn bourgondische buur: Domaine Narjoux-Normand. Zijn voluptueuze Bourgogne Aligoté uit 2018 liet zich met gemak vergelijken met een witte Mercurey. Ook het Nederlandse Domaine de la Monette (gevestigd in Chamirey, een gehucht nabij Mercurey) maakt een heel goede Bourgogne Aligoté (én Bouzeron). Dit domein is alleen te bezoeken na een afspraak te hebben gemaakt. Voor een losse fles van dit inmiddels succesvolle domein kun je sinds kort terecht bij de Bi1, de nieuwe supermarkt in Mercurey (voorheen: Maximarché).

15. Gaan wij het weer over Crémant de Bourgogne hebben. Want midden 19^e eeuw produceerde men in en rondom Rully reeds bubbels. Misschien omdat de zon wat beter schijnt in het zuiden van de Bourgogne, misschien omdat de wijngaarden net wat hoger liggen, hier worden niet alleen goede, maar vooral ook lekkere, smaakvolle bubbels gemaakt. Het valt mij de laatste tijd op dat ook individuele domeinen in het zuiden van de Côte Chalonnaise steeds vaker een Crémant de Bourgogne produceren en met veel succes. Ooit maakte de inmiddels gepensioneerde Guy Chaumont een rode (bio-)bubbelvariant (dient zich Bourgogne Mousseux te noemen). Nu zijn domein is overgenomen door Domaine de La Luolle (Moroges) wordt deze traditie gelukkig voorgezet. Een uitgelezen selectie Crémants de Bourgogne uit de Côte Chalonnaise vind je het nader te bespreken (17.) Maison des Vins in Chalon-sur-Saône.

16. Mijn vaste verblijfplaats in Bourgogne ligt zo’n dikke twee kilometer ten zuiden van Mercurey. Aan Mercurey is voor mij geen ontsnappen meer aan. In het wijndorp, waar ik doorgaans verblijf, vallen vele wijngaarden onder de AOC Mercurey, een zestal climats dragen zelfs een 1er Cru classificatie. Mercurey: niet de gemakkelijkste Bourgogne. Net alsof hij wat verborgen houdt, zeker in eerste jaren. Maar hij is de laatste tien jaar een stuk toegankelijker geworden. Ik ga doorgaans voor Domaine Jeannin-Naltet en Domaine Theulot-Juillot. Ik denk dat Michel Juillot de beste wijnbouwer in Mercurey is. Of zoals de Engelse wijnschrijver Patrick Matthews het ooit omschreef: “Near-perfect Mercurey.” Ontdek jouw Mercurey in het modern ingerichte Caveau Divin Mercurey, het promotie- en verkooppunt van Mercurey aan de Rue Grande. Bij wijn hoort brood en vlak in de buurt ligt een fantastische bakker: La Savoureuse (AB-gecertificeerd).

17 Met een residentie nabij Mercurey kreeg ik de stad er gratis bij: Chalon-sur-Saône. Nabij het centrum van de stad, aan de rand van Parc Georges Nouelle ligt La Maison des Vins, het promotie- en verkooppunt van wijnen uit de Côte Chalonnaise. Het was zo’n vijftien jaar geleden één van de eerste serieuze adressen die ik in Bourgogne bezocht. Dat doe ik nog steeds en met grote regelmaat. In een notendop: een gevarieerd en groot aanbod Bourgognes (tegen de 140 variëteiten), van tevoren blind geproefd alvorens in de boutique geplaatst, een mooie en rustige ambiance, alleen maar vriendelijke mensen die je graag behulpzaam zijn. Onlangs uitgebreid met een aanbod van wijnbenodigdheden, boeken en, dat is natuurlijk altijd leuk, aanbiedingen. Ik zou je dit adres zelfs aanbevelen, wanneer je op zoek bent naar een goede kennismaking met de Bourgogne als wijnregio!

18. Ten zuiden van de AOC Givry ligt de voormalige N80 (nu: E607), de weg van Chalon-sur-Saône naar Montceau-les-Mines. Rondom deze drukke weg liggen wijndorpen zoals Jambles, Saint-Désert, Moroges, Rosey en Bissey-sur-Cruchaud. Ergens in het midden tussen de AOC’s Givry en Montagny, waar de wijngaarden weer even Bourgogne Côte Chalonnaise heten, valt een wereld te ontdekken: gepassioneerde wijnbouwers, uitstekende Bourgognes, relatief vriendelijk geprijsd. Dit is het stukje Bourgogne waar ik de laatste jaren mijn pijlen nadrukkelijk op richtte en met veel voldoening. In mijn bijdrage over Givry benoemde ik een groot aantal namen van domeinen, waarbij het vorig jaar geopende Domaine Lagarde in Rosey met stip mag worden toegevoegd (een weergaloze Montagny 1er Cru ‘Les Coères’).

19. Wat voor veel wijntoeristen Beaune betekent, dé plaats in Bourgogne om Bourgognes te kopen, is dat voor mij Buxy. Al mijn vooroordelen over die grote coöperatie (Les Vignerons de Buxy) zijn met de jaren als sneeuw voor de zon verdwenen en haar prestigieuze serie Millebuis vertegenwoordigt wat wordt gepretendeerd: het beste van de Côte Chalonnaise. Daarnaast opende enkele jaren geleden nabij de coöperatie (aan de rotonde richting het centrum) een caveau collectif (Cave aux Montagny). De beste wijnbouwers uit Buxy en verre omgeving bieden hier onder meer hun Montagny (mijn standaardbourgogne = beste Bourgogne wat betreft de verhouding tussen prijs en kwaliteit) aan. Werd ook ten noorden van Buxy een voormalige ATAC supermarkt omgebouwd tot een Bi1 supermarkt en voorzien met een prima selectie Bourgognes. Drie redenen om vlak voor mijn terugkeer naar Nederland nog even Buxy te bezoeken om de lege plekken in mijn wijndozen te vullen.

20. Wijn kopen in supermarkten? Ja! Ik stak in mijn bijdragen menigmaal de vinger ferm omhoog. Heb ik ook de mazzel de meeste boodschappen te doen in Chalon-sur-Saône, de stad waar maar liefst drie zogenaamde hypermarchées liggen. De eerder aangehaalde Patrick Matthews benoemt in zijn boek over Bourgogne zelfs concreet de grote Carrefour-vestiging (veel regionale wijnproducenten zijn vertegenwoordigd). Wanneer de wijnbouwers bezig zijn met hun oogst, kunnen wij ons plezier niet op tijdens de zogenaamde Foires des Vins, een happening vanjewelste in geheel Frankrijk. Inmiddels ben ik ook de E.Leclerc vestiging in het noorden van Beaune binnengelopen. Alleen was dat op een zaterdagmiddag, een mindere zet van mij. In deze grote supermarkt is een indrukwekkende wijnhoek ingericht met interessante aanbiedingen. De kaasafdeling is om te watertanden. Mijn favoriete combinatie: soumaintrain met chablis.

21. Rijden wij via Saint-Gengoux-le-National (waar een dependance ligt van de coöperatie uit Buxy) de grote Mâconnais binnen. Witte Bourgognes zetten hier de toon met menigmaal de naam ‘Mâcon-Villages’ op het etiket van de fles vermeld. Coöperaties, die maar liefst 70% van de gehele oogst binnenhalen, produceren in dit wijndistrict het grootste volume wijnen. Los van hun dependances liggen er precies 10 coöperaties in de Mâconnais en ik heb er nog twee te gaan (Charnay-lès-Mâcon en Chaintré mogen zich nog verheugen op een bezoek van mij). Laat ik vooropstellen: zij doen het elk uitstekend. Sterker, het Franse wijntijdschrift La Revue du vin de France benoemde begin 2021 de grote coöperatie in Prissé (Terres Secrètes) tot beste in Frankrijk. Persoonlijk heb ik een zwak voor Cave des Grands Crus Blancs in het nabijgelegen Vinzelles, vooral vanwege de goede en prijsvriendelijke Pouilly-Fuissé. Laat intussen Cave de Lugny niet links liggen met haar werkelijk onverwoestbare ‘Les Charmes’. Speelt de inhoud van jouw portemonnee een serieuze rol in de keuze van een coöperatie, dan attendeer ik je graag op La Vigne Blanche in Clessé (zeker even de Viré-Clessé ‘vieilles vignes’ proeven) of Les Vignerons d’Igé (let bij de laatste op haar maandaanbieding).

22. Op de vraag of ik in Bourgogne één adres zou kunnen benoemen, niet alleen vanwege de uitstekende kwaliteit, maar ook vanwege het grote aanbod wijn, dan zou ik na enige twijfel resoluut wijzen naar Les Vignerons de Mancey, in de eerste plaats een coöperatie die ten noorden van Tournus is gevestigd. Goede Bourgognes in alle soorten en maten, in de Mâconnais natuurlijk vooral gemaakt van de gamay en chardonnay druif, maar ook rode Bourgognes die van de pinot noir druif zijn gemaakt. Inmiddels aan de top aldaar in Tournus: de witte Mâcon-Villages ingebracht door Domaine Chapuis (bio-gecertificeerd). Maar dat is niet het hele verhaal. Men coördineert binnen de vier muren van deze coöperatie tevens een marketinggroep onder de naam Bourgogne de Vigne en Verre, die uit pakweg 35 individuele domeinen bestaat. Een selectief aanbod van deze domeinen is terug te vinden in de Cave des Vignerons de Mancey. Met andere woorden, je vindt naast de grote en kwalitatief uitstekende inbreng van de coöperatie zelf nog een kleine honderd verschillende appellations uit alle wijndistricten van de Bourgogne. En dat tegen een tarif propriété. Met de mededeling dat Cave des Vignerons de Mancey is te vinden vlak achter de tolpoort van de A6 richting Tournus (even richting het noorden rijden) en is voorzien van een ruime parkeergelegenheid, heb ik hoogstwaarschijnlijk verder geen woorden van aanmoediging meer nodig.

23. Een kleine tien jaar geleden concludeerde de Amerikaanse schrijver Jay McInerney dat de Mâconnais onderhand het laatste toevluchtsoord is voor goedkope witte Bourgognes. Ik denk dat deze boodschap, met de schaarse oogsten van de laatste drie jaren in ons achterhoofd, meer dan ooit actueel is. Weet dat de onderzoekscommissie van het I.N.A.O. (Institut National des Appellations d’Origine) heeft geadviseerd om een minimum prijsverschil te hanteren van 25% tussen een generieke Pouilly-Fuissé en de onlangs geïntroduceerde 1er Cru classificatie. Gelukkig dat de meeste wijnbouwers in het zuiden van de Mâconnais dit advies naast zich neerlegden. Er zijn verder voldoende goedkopere alternatieven in dit wijndistrict, zoals een Pouilly-Vinzelles of een Saint-Véran. De laatste tijd zie ik steeds vaker uit naar een Mâcon-Villages, waarbij ‘Villages’ wordt vervangen door een daadwerkelijke village. De houtvrije Mâcon-Fuissé (pure chardonnay) van Maison Auvigue is er eentje uit de boeken. Het domein annex handelshuis is weer helemaal back in business, restaureerde de oude kerk van Fuissé en nam er intrek. Een voorbeeldig staaltje modern oenotoerisme.

24. Twee bourgondische variëteiten waar ik (stiekem) verzot op ben: rode Mâcon en in het verlengde hiervan Mâcon Rosé. Aan de basis van deze twee variëteiten staat de in de Bourgogne meest verguisde druif: de gamay. Zelfs in de Mâconnais moet de gamay druif steeds meer de concurrentie duchten van de pinot noir druif, die zich volgens ingewijden beter thuis voelt op een bodem waar klei, kalksteen en mergel zijn vermengd. Rode Mâcon is op zijn best niet alleen een verrukkelijke Bourgogne, maar ook nog een keer de ideale vriendenwijn. De Mâconnais grossiert in goede rode Mâcon. De Mâcon Milly-Lamartine bij Terres Secrètes is één van de beste bij de coöperaties. Om in dezelfde village te blijven, de Mâcon Milly-Lamartine van Domaine La Pascerette des Vignes wist mij te raken, zoals weinig Bourgognes dat ooit deden. Een heel goede Mâcon Rosé vind je bij het toonaangevende Domaine Fichet dat in het noorden van de Mâconnais ligt aan de D48, tussen de wijndorpen Azé en Igé.

25. En dan is er de Beaujolais. Ik twijfel altijd of ik over een wijnregio of een wijndistrict dien te spreken. De Beaujolais behoort in ieder geval helemaal tot de (administratieve) wijnregio Bourgogne. In het noorden van de Beaujolais liggen de 10 vermaarde Crus, met de aantekening dat ik altijd ben te porren voor een goede Juliénas (Domaine du Bois de Chat in Jullié nabij Juliénas, op weg naar 100% bio, maakte in korte tijd naam). Wanneer je op zoek bent naar een mooie allround Beaujolais, wijzen vele vingers naar Fleurie. Als kennismaking met deze Cru zou je de lokale coöperatie kunnen bezoeken: Cave de Fleurie. Ook in het centrum van het dorp ligt La Maison du Cru Fleurie, dat Beaujolais van maar liefst 32 domeinen aanbiedt tegen een tarif propriété. Ook in Nederland hoef ik het niet ver te zoeken, want de Fleurie van Georges Duboeuf is op dit moment één van mijn favoriete supermarktwijnen in Nederland. Dankzij Albert Heijn.