
De wijnschrijver Nicolaas Klei is een uitgesproken liefhebber van wijnen uit de Bourgogne. Klei is verder wars van onnodige interventies tussen wijngaard en wijnglas. Hij heeft een wijnbouw voor ogen in een biologische geest met vooral zo weinig mogelijk of het liefst geen toevoeging van sulfiet/zwavel. Noem hem, om meer precies te zijn, een voorstander van de zogenaamde vin naturel. Als lichtend voorbeeld wijst Klei meermaals naar Domaine (Claude et Catherine) Maréchal in Bligny-lès-Beaune. Ook in Wijnwijs. Van A tot Z en meteen al bij de letter A. In de bijdrage over de aligoté druif. Voordat de winkel Atheneum in Beaune zijn wijnselectie veel te duur maakte, kocht ik daar wel eens (tip van Klei tenslotte) een Bourgogne van Domaine Maréchal. Ik herinner me, vooral van de rode wijnen, een soepachtige substantie, een ongekend aards karakter en een waaier aan smaakreserves.
De 4de editie van Nicolaas Kleis Wijnwijs. Van A tot Z (2021) lijkt als twee druppels water op een Groene Michelingids. Het boek droeg de vorige drie edities de naam Tot op de bodem (2005, 2005, 2006). De omslagafbeelding ziet er een beetje ouderwets uit en wijst allesbehalve op een ‘geheel herziene en vermeerderde uitgave’. Maar wees gerust. Wij lezen in de inleiding dat alles is doorgelezen, nagezocht en uitgeplozen om te zien of het [verhaaltje] veranderd en bijgewerkt moe[s]t worden, want het dient een vrolijk opzoekboek te blijven. Al bladerend trof ik binnen enkele seconden de term Vin delimité de qualite supérieure (VDQS) aan, een soort wachtkamer voor wijnen die vallen onder de classificatie IGP en graag een AOC willen worden. VDQS werd op 31 december 2011 volledig afgeschaft.
Drie zaken van Wijnwijs.Van A tot Z vallen mij op: het boek is menigmaal verre van vrolijk, opzoeken levert vaak geen bruikbare informatie op en het boek is niet of nauwelijks geüpdatet. Uiteraard houd ik het in deze bijdrage bij de Bourgogne, omdat ik erop vertrouw dat de wijngids voor de rest up-to-date en tiptop in orde is. Dit is de reden dat ik voor mijn verjaardag aan een goede vriend vriendelijk heb gevraagd om de wijngids cadeau te doen.
Vrolijk? Alleen al bij de witte Bourgognes is treurnis troef. Van de aligoté druif wordt “een dunne, zure witte wijn gemaakt”. In de plaats Chablis (“fourwheelvillage”) wordt “er wat afgerotzooid” en [de wijnbouwers] “rijden er rond van onze centen”. Chablis is doorgaans “zure bocht […] en niet te zuipen”. Meursault wordt “vaak ontsierd door te veel hout en/of alcohol”. Pouilly-Fuissé: “Een beetje snob bestelt het graag.” Saint-Véran is “gewoonlijk opgeklopte duurdoenerij”. Bij de inbreng over de AOC Montagny staat de wijngids stil bij haar grote aantal 1ers Crus climats. Is iets historisch en heeft onder meer te maken met alcoholpercentages en staat los van de kwaliteit van deze Bourgogne. Zie de karakterisering van Montagny die door Hubrecht Duijker in 2000 werd opgetekend: “De verhouding tussen prijs en kwaliteit is één der sterkste van de Bourgogne.” Nicolaas Klei in een verre van vrolijke bui: “Cru, de bijzondere, unieke expressie van het onovertroffen Franse terroir? Zo kan ik zelfs op het balkon nog superbe crus oogsten.”
Een opzoekboek? ‘Veel, maar niet alles’, luidt de verontschuldigde titel van de inleiding. Veel, maar niets over Crémant de Bourgogne, Coteaux Bourguignons, de Châtillonnais, de Côtes du Couchois, over Côte de Nuits-Villages en Côte de Beaune-Villages of over de inmiddels gerespecteerde appellations villages Fixin, Morey-Saint-Denis, Pernand-Vergelesses, Beaune (serieus), Monthélie, Saint-Romain, Santenay en Maranges (geen echte verrassing). Wel Givry, maar geen Rully? Een inbreng over Marsannay, dan breng je toch zijn unieke rosé te sprake? Puligny-Montrachet, dan breng je toch zijn wereldberoemde wijngaard ‘Montrachtet’ ter sprake? Gelukkig wordt het wijndorp Volnay wel vermeld, ondanks dat het “niet zo heel bekend is”. ’t Is dat Domaine Maréchal aldaar een perceeltje wijngaard bezit, want anders was ook deze AOC in de vergetelheid geraakt. Van al die andere wijndorpen krijgen wij hooguit te weten dat ze bestaan en met een beetje geluk welke soort of kleur druiven je er aantreft. Nu, dat is in de belangrijkste AOC’s van de Bourgogne zelden een verrassing. Hoe word ik daar in hemelsnaam wijnwijs van?
Geüpdatet? Ik moet je teleurstellen. De Côte d’Or, waarvan expliciet wordt vermeld dat het géén appellation is, kan vanaf de oogst uit 2017 bogen op een heuse appellation régionale (Bourgogne Côte d’Or). Nog steeds die inbreng over Bourgogne Grand Ordinair (hoe grappig die naam ook is)? De naam van deze classificatie werd in 2012 vervangen door Coteaux Bourguignons. Onder de inbreng ‘Coteaux’ staat simpelweg vermeld dat ze bestaan en meer niet: “Coteaux de of des of du Quelquechose.” De lezer ook nog een keer opzadelen met een portie onverschilligheid.
De AOC’s Chorey-lès-Beaune en Ladoix blijven witte vlekken op de bourgondische wijnkaart van Klei. Liggen trouwens ten noorden van Beaune en vallen volgens de wijngids onder het wijndistrict Côte de Nuits (moet zijn: Côte de Beaune). Maar de AOC Aloxe-Corton ligt dan weer in de Côte de Beaune. En op een dergelijke wijze wordt er in de wijngids meer afgerotzooid met wijndistricten. Gelukkig maant Klei ons om je er niet al te druk over te maken. Want het maakt allemaal en helemaal niets uit. Wijnen uit bijvoorbeeld het departement Yonne zijn, op Chablis na, “moeilijk verkoopbaar en daarom nauwelijks in de wijnwinkels te vinden”.
Vooral bij de langere verhalen in Wijnwijs. Van A tot Z sluimert een archaïsche gewaarwording. Speciaal voor de wijngids verrichtte Klei veldwerk met Jean Montanet, naar verluidt president-directeur-generaal van de coöperatie van Vézelay. Allereerst, die coöperatie heet al geruime tijd (Vignerons de la) Colline Éternelle, nadat het ook nog een keer jarenlang bekend was onder de naam Cave Henri de Vézelay. Montanet is al 15 jaar niet meer werkzaam in deze functie.
Maar liefst twee kostbare pagina’s lang weidt Klei uit over Irancy (tegenover bijvoorbeeld twee regels over Pommard). Over Domaine Jean-Pierre en Anita Colinot welteverstaan. Nou ja, over de reis die het echtpaar op initiatief van Klei maakte om in Bligny-lès-Beaune het vinologische licht te zien. Juist, bij Domaine Maréchal. Dat voor dit domein in Bligny-lès-Beaune nog geen standbeeld is opgericht. Geen woord over Colinots talentvolle dochter Stéphanie die inmiddels haar eigen succesvolle wijndomein heeft. De lezer krijgt namelijk weer zo’n verstoft traktaat uit Tot op de bodem voorgeschoteld over de tijd dat Stéphanie nog als dreumes tussen de wijnvaten van haar ouders speelde en alles nog pais en vree was.
Met meer dan 500 pagina’s is Wijnwijzer. Van A tot Z van Nicolaas Klei een informatieve en soms zelfs amusante wijngids. Humor blijf tenslotte net zoals wijn een kwestie van smaak. Wanneer Klei een Mâcon-Villages perfect vindt in al zijn bescheidenheid, is hij nog altijd spot-on. Wat de vermeende actualiteit betreft, is deze gepimpte wijngids echter een schaamteloos vehikel van Klei om met zijn whatsoever met vierwielaandrijving te kunnen rondrijden.
Te vaak wordt de doffe ellende van weleer opgehoest, alsof er weinig tot niets is veranderd in de wijnwereld. Omdat het buitengewone, het uitzonderlijke op een welhaast dogmatische wijze wordt gereduceerd tot dezelfde namen, dezelfde domeinen, hetzelfde clubje insiders, zelfs tot het onbehaaglijk vage “hier en daar”, presenteert de wijngids een gedachte die hij ongetwijfeld niet met de lezer wil delen: wijnwijsheid is voorbehouden aan een select groepje connaisseurs. Het onderwerp wijn wordt hiermee voor de zoveelste keer intimiderend gemaakt en dat kan toch nooit de bedoeling zijn geweest bij het uitbrengen van deze wijngids.
‘Wijnwijs. Van A tot Z’ is uitgegeven door Uitgeverij Podium Amsterdam.