
Wellicht niet de beste wijngaard in de Bourgogne en ook niet de grootste, maar wel de beroemdste: ‘Clos de Vougeot’. ‘Clos de Vougeot‘ is op papier één wijngaard, om precies te zijn één climat met een Grand Cru-classificatie. Maar er zijn weinig wijngaarden in de Bourgogne die een grotere diversiteit herbergen dan deze. ‘Clos de Vougeot’ is wat dat betreft de Bourgogne in het klein. Wanneer je met de auto via de D974 van Dijon naar Nuits-Saint-Georges rijdt, is de geheel ommuurde wijngaard met in het midden het gelijknamige kasteel niet te missen. ‘Clos de Vougeot’ met zijn Château du Clos de Vougeot is één van de populairste toeristische bestemmingen in Bourgogne met tienduizenden bezoekers per jaar.
Omdat de monniken van de Abbaye Notre-Dame de Cîteaux begin 11e eeuw de parochie Vougeot onder hun hoede namen, zo ook een kleine wijngaard waaraan de naam ‘Clos de Vougeot’ werd gegeven. In de loop der eeuwen is deze wijngaard uitgegroeid tot een oppervlakte van ruim 50 ha. Na een langdurige, slepende erfeniskwestie eind 19e eeuw viel ‘Clos de Vougeot’ in handen van een aantal handelshuizen en een grondspeculant. Een verdere versplintering van de wijngaard lag in het verschiet. Had ‘Clos de Vougeot’ in het begin van deze eeuw reeds meer dan 50 eigenaren, de tussenstand staat momenteel op 84 wijnproducenten die samen in het bezit zijn van meer dan 100 percelen (te vergelijken met zogenaamde lieux-dits) binnen de muren van deze wijngaard. Sommige producenten bezitten maar enkele rijen wijnranken en leveren de opbrengst van hun oogst aan een handelshuis. Eén zaak hebben alle betrokken wijnproducenten gemeen: zij brengen er louter de pinot noir druif groot, waarvan uiteindelijk een rode Bourgogne wordt gemaakt.
De monniken uit Cîteaux hadden reeds oog voor het verschil in kwaliteit van de bodem binnen deze grote wijngaard. Zij deelden daarom ‘Clos de Vougeot’ van noord naar zuid in drie segmenten. Zij produceerden aldus de volgende wijnen: van de top van de helling kwam de ‘Cuvée des Papes’, uit het midden de ‘Cuvée des Rois’ en van het laagst gelegen deel de ‘Cuvée des Moines’. Alleen deze laatste variëteit werd verkocht aan derden. Met de meest moderne inzichten is men in staat om een verdere differentiatie in de bodemsamenstelling te duiden, maar de genoemde driedeling wordt nog steeds aangehaald bij een eerste kennismaking met ‘Clos de Vougeot’.
Moderne wijnliteratuur attendeert je hoger tegen de helling op een olieachtige kalkstenen bodem met enige klei en kiezelstenen. Halverwege de helling vind je meer mergel terug en een mengsel van kalksteen (een andere soort) en klei. Er zijn nog steeds die kiezelstenen, dus de bodem kent ook hier een goede afvoer van water. Op het laagst gelegen deel is het sediment van de hoger gelegen delen terug te vinden en door het gebrek aan hoogteverschil draineert de bodem minder goed en is deze, zeker in natte jaren, volgens kenners te vochtig. Niet verbazingwekkend dat de wijnen uit het laagst gelegen deel van ‘Clos de Vougeot’ de wind van voren krijgen. Critici beweren dat dit gedeelte van wijngaard de classificatie Grand Cru niet waard is, hooguit 1er Cru of slechts village. Want, het is op zijn zachts gesproken toch vreemd dat een Grand Cru wijngaard grenst aan een drukke weg? Maar zolang de ommuurde wijngaard met zijn vele versierde toegangspoorten voor het oog één mooi geheel vormt en dan ook nog een keer deel uit maakt van de Werelderfgoedlijst van UNESCO, zal deze discussie nooit een serieuze vorm aannemen.
Liever praten over het beste dat ‘Clos de Vougeot’ kan voortbrengen en dat zijn simpelweg sublieme Bourgognes. De beste exemplaren hebben een intens aroma en kennen de karakteristieke smaak van de pinot noir druif: klein rood en blauw fruit. De tannines zijn relatief zacht en de zuurgraad is discreet. ‘Clos de Vougeot kan een complete Bourgogne zijn, harmonieus en met de nodige finesse. Maar zoals altijd in de Bourgogne ligt het aan de filosofie en kunde van de wijnproducent en de reputatie van de wijnproducent weegt zeker bij ‘Clos de Vougeot’ zwaar. Alle eigenaren van ‘Clos de Vougeot’ zijn niet zo lang gelden wel overeengekomen om te werken aan de verbetering van de kwaliteit van de wijnen. Er is onder meer besloten om de opbrengst per hectare te verminderen.
Een lijstje met goede flessen ‘Clos de Vougeot’ zou een beetje misplaatst zijn. Ik bedoel: ze liggen niet in mijn wijnkelder. Ik mocht tijdens Grands Jours de Bourgogne 2018 enkele exemplaren proeven. Dat waren stuk voor stuk recente jaren met een vrij gesloten, af en toe weerbarstig karakter, want de echte klasse van een ‘Clos de Vougeot’ uit een goed of beter jaar openbaart zich pas na een jaar of tien. De beste domeinen uit de Côte de Nuits weten er wel raad mee. Je mag verder vertrouwen op de kwaliteit van ten minste drie gerenommeerde handelshuizen in Beaune: Bouchard Père et Fils, Maison Joseph Drouhin en Maison Louis Jadot én de vruchten van twee handelshuizen in Nuits-Saint-Georges: Domaine Faiveley en Domaine de la Vougeraie. Prijzen? Die verschillen net zoveel als de aanboden exemplaren. Reken inmiddels wel op een bedrag met drie cijfers.
In de 12e eeuw bouwden de monniken van de de Abbaye Notre-Dame de Cîteaux midden in de wijngaard ‘Clos de Vougeot’ een eenvoudig onderkomen met een wijnkelder en een slaapzaal. Pas in de 15e eeuw werd deze accommodatie omgebouwd tot een kasteel, wel met een sober uiterlijk dat aan monniken eigen is. Net zoals de grote omringende wijngaard werd het kasteel tijdens de Franse Revolutie door de staat geconfisqueerd. Een zekere meneer Etienne Camuzet was de laatste alleen-eigenaar van het kasteel.
Vanaf 1934 werd Château du Clos de Vougeot het zenuwcentrum van de zogenaamde Confrérie des Chevaliers du Tastevin. Deze groep wijnproducenten wilde in eerste instantie de tanende Franse wijnmarkt, die van de Bourgogne in het bijzonder, nieuw leven inblazen. Etienne Camuzet droeg in 1944 het kasteel over aan het broederschap en werd meteen gekozen tot eerste voorzitter. Confrérie des Chevaliers du Tastevin heeft intussen veel gedaan om de Bourgogne als wijnregio te promoten. Men maakte van het kasteel een mooi museum met de instandhouding van vier grote middeleeuwse wijnpersen. Verder vinden er binnen het kasteel conferenties en grote feesten plaats met als bekendste het grote banket opgeluisterd door muziek in de maand juni. Je dient dan wel te behoren tot één van de 12.000 select voorgedragen en gekozen leden van het broederschap (van Alfred Hitchcock tot onze Prins Bernhard zaliger). Twee keer per jaar wordt een wijnconcours georganiseerd en de ingezonden Bourgognes worden geproefd door een deskundige jury. De winnaars mogen zich tooien met het embleem Confrérie des Chevaliers du Tastevin op het etiket van de fles. Ik begrijp dat men in het kasteel één exemplaar van alle winnende wijnen bewaart.
Bezoek als liefhebber van wijn uit de Bourgogne ‘Clos de Vougeot’ en het gelijknamige kasteel. Probeer om de pieken binnen het hoogseizoen te vermijden en ga dan ook nog een keer vroeg in de ochtend. Ik deed het begin juni en de vriendelijke mevrouw achter de kassa zei tegen mij: “Omdat u zo vroeg bent, betaalt u maar de helft van de normale toegangsprijs.” Verwacht aan het einde van je rondgang geen langgerekte bar met ontkurkte flessen ‘Clos de Vougeot’ die je vrijblijvend kunt proeven. Deels ook omdat er al decennialang geen wijn meer wordt geproduceerd binnen de muren van het kasteel. In het kleine dorp Vougeot aan de D974 ligt La Grande Cave de Vougeot. Deze wijnwinkel heeft de allure van een toeristenval, maar de wijnliteratuur is opvallend vriendelijk voor dit adres en zijn wijnen. Naast de winkel is er ruime parkeergelegenheid om je auto achter te laten en naar de wijngaard en het kasteel te wandelen. Het weidse decor met een kasteel te midden van een grote wijngaard biedt een indrukwekkend schouwspel. Je hebt het gevoel je in het hart van de Bourgogne te hebben begeven.