Sommelier: An intimidating wine waiter who looks at you as you were something he might have stepped in (Bluffer’s Guide To Wine)

Je maakt deel uit van een gesofisticeerd gezelschap en het gesprek begint plots over wijn. Je beseft dat je op het punt staat om een mijnenveld te betreden. Eén verkeerde opmerking maakt je onsterfelijk belachelijk. Geen nood! Er is nog altijd de Bluffer’s Guide To Wine. Nadat je dit handzaam gidsje hebt gelezen, kun je niet alleen aan ieder gesprek over wijn deelnemen, maar ook en passant en met verve net dat extra’s inbrengen dat een gezelschap in opperste verbazing zal achterlaten. Je status zal rijzen tot een ware connaisseur van de betere wijnen. Je hoeft er geen diepgaande studie voor te doen, geen lange tochten door de wijngaarden te maken of in het bezit zijn van een grote wijnkelder.
De Bluffer’s Guides zijn geschreven door experts in hun vakgebied en bieden de lezers de mogelijkheid om de toegeëigende adequate kennis over een verscheidenheid aan onderwerpen als hun eigen wijsheid te debiteren. In de Bluffer’s Guides To Wine leer je in een rap tempo de basics, want is wijn niets meer of minder dan gefermenteerd druivensap? Verder dien je erbij stil te staan dat het drinken van wijn gepaard gaat met de nodige toerusting. Je zou je eerste slag kunnen slaan door te staan op het drinken van de wijn in een vermaard Riedel glas. Er zijn inmiddels rond de 250 variëteiten, elk toegesneden op een druivensoort en de regio waar de druiven uit afkomstig zijn. Word je geconfronteerd met een opgetrokken wenkbrauw, omschrijf een Riedel glas dan als ‘een kostbare instrument om de boodschap van wijn over te brengen’.
Centraal in de gids staan het proeven (een beroepsmatige activiteit) en het drinken (voor je plezier) van wijn. Om de een of andere manier denken veel mensen dat het proeven en drinken van wijn niet genoeg is. Men dient er ook over te praten. En dat is tricky, want je dient letterlijk en figuurlijk overeind te blijven staan. Houd jezelf in ieder geval voor dat spreken zilver is en zwijgen goud. Wordt er van jou meer verwacht dan een doorgaans effectieve ‘mmm’ of ‘ja’, dan biedt de gids jou een aantal basisregels. En dan zijn er natuurlijk nog altijd de indrukwekkende frases die verder vrij inhoudsloos zijn en waarmee je geen buil kunt vallen. Een van de mooiste: “De finesse ontbreekt enigszins.” Een ‘maar’ in de zin kan je ook in balans houden: “Elegant, maar mist structuur.”
Het grootste deel van de gids bespreekt de belangrijkste druivensoorten, wijnlanden en wijnregio’s. Aldus passeren de chardonnay en pinot noir druif, maar ook de aligoté en gamay druif om op bladzijde 60 in de Bourgogne te belanden. De Bourgogne wordt getypeerd als ‘een jammerlijk complexe wijnregio’, maar enige kennis is essentieel om succesvol te bluffen. Er zijn twee benaderingen wanneer je in een discussie over de Bourgogne belandt. Je zou de Bourgogne kunnen downplayen: verouderde wijntechnieken, slecht weer, de versnippering van de wijngaarden is lachwekkend en de prijzen een regelrecht schandaal. De twee benadering draagt een meer toegeeflijk karakter in de geest van ‘ja, de Bourgogne is vreselijk complex, maar wanneer je die ene obscure, perfecte fles vindt, is het genoegen onvergelijkbaar.’ Je begrijpt, met die tweede optie begeef je je op glad ijs. Je moet enkele namen weten van goede domeinen (domeinen zijn heilig), voorzichtig zijn met handelshuizen (alleen de beste en beter sommige kleine) en vergeet de coöperaties, want die produceren alleen bulkwijn.
Je zou ook kunnen schermen met relatief onbekende wijndistricten, zoals de ieder jaar opnieuw ontdekte Côte Chalonnaise. Alleen wordt deze laatste niet vermeld in de Bluffer’s Guide To Wine. Opvallend genoeg wel de zuidelijk gelegen Mâconnais en de Beaujolais. Ten slotte komt in het hoofdstuk over witte wijnen Chablis aan bod (‘the leanest, meanest and steeliest expresion of Chardonnay’). Mocht je tijdens het proeven van een Chablis houttonen of de sensatie van vanille ontwaren en heb je aan deze smaak een grondige hekel, kun je er met gestrekt been ingaan door te stellen dat men onderhand moet stoppen met het corrumperen van Chablis door hem op te voeden in eikenhouten vaten. Deze vorm van vinificatie maskeert die onvergelijkbare “goût de pierre à fusil.”
De eerste Bluffer’s Guides verschenen zo’n pakweg 50 jaar geleden. In 2018 werden de gidsen overgenomen door de Haynes Publishing Group en geüpdatet uitgebracht in de serie Instant Wit and Wisdom. Eind jaren ’80 waren de blufgidsjes populair in mijn studie- en vriendenkring. Hun charme en humor zijn me blijkbaar bijgebleven. Toen ik op internet nazocht of ze nog wel bestonden, werd ik aangenaam verrast door de recente heruitgaven. Conclusie: by far geen leukere introductie tot wijn, dan met de Bluffer’s Guide To Wine. Kan ik op mijn beurt eindelijk meepraten over wijnen die niet uit de Bourgogne afkomstig zijn.