De 10 Crus van de Beaujolais

Beaujolais (Wijn uit Bourgogne)
De meest noordelijke wijngaarden van de Beaujolais (Saint-Amour) begin herfst 2020 met op de achtergrond de bergen van de Mâconnais

Eind november, en dus weer de tijd om de Beaujolais onder de loep te nemen. Begin vorige maand bezocht ik enkele wijndorpen in het noorden van deze wijnstreek. Je valt meteen met de neus in de boter, want in het noorden van de Beaujolais bevinden zich de tien vermaarde Crus. Dit is het koninkrijk van de gamay druif, die zich hier uitstekend thuisvoelt op de hoofdzakelijk granieten bodem, die in dit deel van de Beaujolais een belangrijk facet van het terroir vormt. We gaan op zoek naar enkele karakteristieken van de Crus, die alle tien zijn geclassificeerd als appellations villages. We reizen van Saint-Amour naar Brouilly, de toegangspoort tot het zuiden van de Beaujolais, met zijn appellations régionales.

Saint-Amour is de meest noordelijke Cru van de Beaujolais (het wijndorp heet Saint-Amour-Bellevue). Deze Beaujolais wordt in de wijnliteratuur bedolven onder beschrijvingen als charmant, soepel, fruitig (van klein rood fruit tot perzik), met fijne tannines en een zijdeachtige structuur. Een vriendelijk toefje kruiden en een florale toets (viooltjes) zetten vaak de puntjes op de i. Een wijnbouwer uit Saint-Amour was tijdens een gesprek met de Engelse wijnschrijver Patrick Matthews bijzonder openhartig: “It’s not easy to spot a Saint-Amour blind. I’m not sure I could do it with my own wines.” De reden is simpel: Saint-Amour kent wat terroir betreft een grote diversiteit. Een Saint-Amour afkomstig van een hogere helling is daarbij doorgaans tanninerijker en krijgt pas later een zachter, ronder karakter.

Typeerde de eerder genoemde wijnbouwer een Saint-Amour als vrouwelijk, een Juliénas wordt in de wijnliteratuur doorgaans als mannelijk omschreven. Wat dat verder ook moge betekenen. We zijn slechts een dikke drie kilometer naar het zuidwesten gereisd. Juliénas is een Beaujolais die stevig in zijn schoenen staat, strak in het pak, met een krachtiger karakter. “Doorgaans meer aandacht voor structuur dan voor raffinement”, merkte een bekende wijnschrijver op. Toch weet een volwassen Juliénas het rijke, delicate fruitkarakter uiteindelijk op de voorgrond te plaatsen: vooral klein rood fruit, en niet zelden die mooie bosaardbei. Met florale impressies en specerijen (zoals kaneel) is het een complete Beaujolais. Op zijn best is het één van mijn favoriete Crus.

Met een Chénas gaan we nog een stapje verder. Deze Cru Beaujolais komt het best tot zijn recht na enkele jaren rijping (net als de nog te bespreken Moulin-à-Vent en Morgon). We hebben hier te maken met een stevige, voluptueuze Beaujolais. Naast het sappige fruit treden bij deze Cru ook florale aspecten (pioenrozen) naar voren. Volgens het standaardwerk Les Vins de Bourgogne (2019 – de wijnstreek Beaujolais behoort tenslotte tot de wijnregio Bourgogne) wordt geduld beloond: reken na enkele jaren kelderrust op een complexe Beaujolais met de nodige finesse. Chénas is een relatief onbekende Cru en met ongeveer 250 hectare ook de kleinste van de Beaujolais. Het is ook een beetje een verwarrende Cru, want veel wijngaarden in de gemeente Chénas dragen de appellation Moulin-à-Vent.

Een van de meest gewaardeerde Crus in de Beaujolais is Moulin-à-Vent, met zijn genereuze waaier aan aroma’s in de neus en dito smaakimpressies in de mond. Rondom het zachte fruit (pruim, kers) bevinden zich voldoende vriendelijke tannines om deze Beaujolais enkele jaren te kunnen bewaren. Je vindt dan een rijk gelaagde Beaujolais terug, mooi in balans. Vele wijnschrijvers menen dat Moulin-à-Vent de beste Beaujolais is. De vaak aangehaalde reden: deze wijn overstijgt de typiciteit van de gamay druif en is een van de Beaujolais-wijnen die zogenaamd “pinotte” (de smaak aanneemt van een goede Bourgogne). Blijft de vraag of je in een Beaujolais per se een Bourgogne wilt herkennen. Voor mij betreft dat hooguit perceptie en stijl. Ten slotte: er bestaat geen dorp of gemeente met de naam Moulin-à-Vent. Deze AOC beslaat de beste hellingen van de gemeenten Romanèche-Thorins en Chénas. Het geheel wordt overzien door een oude molen – vandaar de naam van deze hooggeachte Cru Beaujolais.

Een doorgaans toegankelijke en vriendelijke Fleurie vertegenwoordigt het beste dat de Beaujolais te bieden heeft – zo je wilt, de beste gemene deler binnen de Beaujolais. Niet voor niets is het een populaire Cru tot ver buiten de grenzen van de regio. In een Fleurie vinden we doorgaans sappig rood fruit en florale tonen (rozen, viooltjes) terug. Op zijn best is het een volumineuze, zijdeachtige wijn met een mooi parfum. Door zijn lichtere stijl wordt een aromatische Fleurie vaak als ideale kennismaking met de Beaujolais beschouwd. Het wijndorp kent bovendien een succesvolle coöperatie en een mooi caveau collectif met een rijk assortiment Beaujolais tegen domeinprijzen (zie verder de bijdrage ‘Fleurie: een voorbeeldige Beaujolais’ d.d. 6 juni jl.).

Zoek je een Beaujolais die je snel na de oogst wilt drinken – de Beaujolais Nouveau daargelaten – dan kun je het best je heil zoeken bij een Chiroubles. Soepele tannines, zachtaardig, fris en fruitig. Verder lichtvoetig, maar altijd met de nodige finesse. Vanwege het terroir (graniet) soms aangeduid als ‘de meest pure Beaujolais’. In de wijnliteratuur wordt Chiroubles soms de beste gouleyante Beaujolais genoemd (smakelijk, lekker en gemakkelijk te drinken). Een crowdpleaser in de beste betekenis van het woord. Bij een blinde proeverij heb ik me vaak betrapt op de voorkeur voor een verleidelijke Chiroubles.

Net als bij een Chénas of een Moulin-à-Vent kun je een Morgon het best enkele jaren laten rijpen. Ook een Morgon vertoont na verloop van tijd die transformatie richting Bourgogne: “Het fruit van een Beaujolais (perzik, abrikoos, kers en pruim), de charme van een Bourgogne.” We hebben hier te maken met een stevige, krachtige Beaujolais. Het terroir zorgt soms voor een ‘stoffig’ randje. Enige kruidigheid (een kwartdraai met de pepermolen) is ook deze Cru niet vreemd. Ooit waren Villié en Morgon twee wijndorpen, totdat zij in 1867 één gemeente vormden. De beste wijngaarden van Morgon liggen tegen de ‘Mont du Py’ (een climat). Meer en meer flessen Beaujolais zijn het resultaat van de druivenoogst binnen slechts één climat – een wijngaard met unieke geologische en klimatologische eigenschappen. Dat getuigt van een groeiend besef van de waarde van het terroir in het noorden van de Beaujolais.

De benjamin onder de Crus, Régnié, werd in 1988 erkend als de tiende Cru van de Beaujolais (de gemeentenaam luidt Régnié-Durette). Deze voorheen als Beaujolais-Villages geclassificeerde wijn werd gepromoveerd vanwege zijn ferme fruitkarakter (kersen op sap, zwarte bes, framboos). Desondanks is het een Beaujolais met een sympathieke stijl en soepele structuur – doorgaans zelfs minder tanninerijk dan een Chiroubles. De lichtheid komt mede door een bodem die minder granietrijk en juist meer zanderig is.

Brouilly is, naast de meest zuidelijke, ook de grootste Cru binnen de Beaujolais. Meestal vinden we een ronde en ferme Beaujolais met vooral klein rood fruit in het glas (aardbei, aalbes, maar ook een verdwaalde pruim of perzik). Sommige jaargangen zijn gebaat bij wat rijping, maar doorgaans kan een Brouilly relatief jong worden gedronken.

In de buurt van Brouilly ligt de Mont de Brouilly. Tegen de hellingen van deze berg ligt de tiende en laatste Cru in dit overzicht: Côte de Brouilly. In tegenstelling tot het lager gelegen Brouilly bevat de bodem hier enige vulkanische afzetting, wat volgens kenners zorgt voor net dat streepje meer – delicate minerale tonen en een verkwikkende zuurgraad. De beste exemplaren zijn aromatischer en verfijnder dan een generieke Brouilly. Naast klein rood fruit onderscheiden we vaak florale impressies (weer die pioenrozen en viooltjes). Cru Côte de Brouilly is wel een stuk kleiner dan de lager gelegen Cru Brouilly.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.