‘Grands Jours de Bourgogne’ is een tweejaarlijkse wijnbeurs voorbehouden aan professionele kopers van wijn uit Bourgogne (wijnhandelaren, importeurs, slijterijen, restauranthouders, sommeliers) … én aan journalisten. Het vijfdaagse evenement bracht meer dan 1.000 wijnmakers samen die tegen de 10.000 wijnen presenteerden aan ongeveer 2.500 bezoekers. Een impressie van de tweede dag: Côte de Beaune … met een uitstapje naar Meursault.

Het notitieboekje was tweemaal zo dik. Een paar tandjes erbij derhalve, de tweede dag van Grands Jours de Bourgogne 2018. De wijnkaravaan was inmiddels neergestreken in Beaune, waar de rest van de week vijf van de veertien manifestaties plaatsvonden in Le Palais des Congrès. Daarbij bood de organisatie deze dag nog uitstapjes aan naar twee wijndorpen. Ik koos voor Meursault en zette aldus een streep door de manifestatie in Aloxe-Corton. Dat was even slikken. Zou niet de enige keer zijn die week.
In Meursault maken de bekende domeinen ook uitstekende generieke witte Bourgognes. “Young and going places”, schreef Patrick Matthews in 2005 over Domaine Jean-Philippe Fichet. Inmiddels is Jean-Philippe ruim tien jaar ouder en is hij een gerenommeerde wijnproducent. Ik proefde zijn Bourgogne (‘vieilles vignes’) uit 2015. Rond, vol en verrassend complex. Alles paste echter harmonieus in het proefglas. Wat een begin van de dag! Domaine Patrick Javillier bood met zijn ‘Cuvée Oligocène’ ook een allerbeste Bourgogne aan. Ik kan me nu voorstellen dat de ‘Cuvée Oligocène’ door sommige wijnschrijvers als een mini-Meursault wordt beschouwd. Fris, levendig, met mooie minerale accenten en een boterachtige toets. Als maxi-Meursault haal ik onder meer de 1er Cru ‘Les Charmes’ (2016) aan van Domaine Matrot, inmiddels ook een lokale legende. Geen gemakkelijke ochtend overigens in Meursault, in de wetenschap dat veel van die grote wijnen in een kelder zouden moeten liggen om ze zeker nog een jaar of vijf te bewaren.
Terug in Beaune voor de rest van de Côte de Beaune. Gerenommeerde wijnproducenten, van wie ik de Bourgognes nog niet of nauwelijks kende, bleken alle egards waard te zijn: de Savingny-lès-Beaune 2015 van Domaine Simon Bize, de Volnay 2016 van Domaine Michel Lafarge. Dit zijn Bourgognes die je lichaam en ziel betoveren. Dan loop je eerst nog een rondje door het congrescentrum, voordat je je glas weer laat volschenken. Goed om te weten waar de lat wordt gelegd in de Bourgogne, hoewel het voor veel liefhebbers een te hoge prijs betekent.
Volnay en Pommard (tout en nuances) werden in een aparte zaal gepresenteerd. Het zeldzame zonlicht deze week dat naar binnen scheen, zorgde voor een welhaast sacrale sfeer. Ik genoot die dag de tweede keer van Château de Meursault, een wijnproducent die ook met rood grote stappen vooruit maakt. De ‘Clos des Chênes’ (1er Cru) 2015 heeft alles wat Volnay zo geliefd maakt met om te beginnen een dieprode kleur en fruitimpressies die speels over elkaar tuimelen. Bovenal zijn daar de zachte tannines, zo vriendelijk als je van een Bourgogne maar mag wensen. Het smaakpalet draaide deze tweede dag van Grands Jours de Bourgogne sowieso overuren. Mijn favoriete Pommard werd geschonken door Domaine Comte Armand. Ik proefde de ‘Clos des Epeneaux’ (een 1er Cru en een zogenaamde monopole) uit 2015. Wat meer gedisciplineerd dan de Volnay en bovenal met een elegantie om voor door de knieën te gaan. Eén van de beste rode Bourgognes ooit geproefd. Al met al een klein mystiek moment in Beaune. De tijd stond even stil.
En dan heb ik nog niet gehad over die overheerlijke rode Pernand-Vergelesses (‘Ile de Vergelesses’) van Domaine Pavelot. Over de verfijnde witte Saint-Romain van Domaine Alain Gras en de prachtige rode Monthélie van Domaine Eric de Suremain, Bourgognes die stuk voor stuk voor een brede glimlach op het gezicht zorgden. Over wat ik vond van die ‘Bienvenues-Bâtard-Montrachet’.