
Wanneer je in de Albert Heijn of HEMA (Carrefour of Delhaize) een Bourgogne in de hand houdt, lees je vaak simpelweg ‘Bourgogne’ op het etiket. Een Bourgogne valt binnen de classificatie Appellations d’Origine Côntrollées (AOC). Je weet in elk geval dat de druiven afkomstig zijn uit de wijnregio Bourgogne en dat de wijn volgens een set regels is geproduceerd. In deze bijdrage wat te verstaan onder een (generieke) Bourgogne met een voorzichtig slotbetoog om deze in Bourgogne te kopen bij een betere wijnbouwer.
De druiven van een Bourgogne kunnen afkomstig zijn uit de departementen Yonne, Côte d’Or en Saône-et-Loire. Daarbij blijft het niet. Maar liefst 85 gemeenten in het departement Rhône (grofweg: de Beaujolais) mogen ook een Bourgogne produceren. Hier begint meteen enige trammelant. De autorisatie om een Bourgogne te mogen maken in de Beaujolais ligt op z’n zachtst gezegd gevoelig in de Bourgogne en deze gevoeligheid maakt de Beaujolais af en toe nerveus. Houd een verstandshuwelijk voor ogen. Toen wijnbouwers in de Couchois onlangs hun vinger opstaken om hun witte Bourgognes als Bourgogne Côtes du Couchois te willen classificeren, beschouwde de Beaujolais dit wijndistrict als een minnares van de Bourgogne. Op deze wijze duidde een medewerkster van het BIVB (Bureau interprofessionnel des Vins de Bourgogne) de onderlinge verhoudingen. “Een ménage à trois?” “Nou ja”, luidde het antwoord, “in ieder geval zeker geen gelukkige.” Dit was trouwens de eenvoudige uitleg, vervat in een beeldende vergelijking. De zaken liggen uiterst gecompliceerd.
Een Bourgogne kan drie kleuren hebben: rood, rosé en wit. Doorgaans worden hiervoor de pinot noir en chardonnay druif voor gebruikt. Voor rood (voortaan: en rosé) betekent het minimaal 70% pinot noir en maximaal 30% gamay. Alle rode Bourgognes in het departement Yonne mogen maximaal 10% césar toevoegen. Staat er toevallig Bourgogne Pinot Noir op het etiket dan mag je minimaal 85% pinot noir in de fles verwachten. Voor Bourgogne Rosé gelden dus dezelfde regels. Dan is er nog de Bourgogne Gamay: minimaal 85% van de gamay druiven zijn afkomstig uit één van de tien beroemde Crus in het noorden van de Beaujolais. Ook al zo’n doorn in het oog van de Bourgogne.
Een witte Bourgogne speelt het spel volgens andere, meer eenvoudige regels. De witte variëteit is doorgaans gemaakt van de chardonnay druif, maar dit kan ook van de pinot blanc druif. Vooral in het noorden van de Côte de Nuits (Fixin!) wordt er gestoeid met de pinot blanc druif, zelfs binnen de appellations villages. Buiten het boekje om *) is de lezer mogelijk ook bekend met de pinot beurot druif (een variëteit pinot gris), waarvan ook een Bourgogne kan worden gemaakt. Staat er Bourgogne Chardonnay op het etiket, dan zijn er verder geen conclusies te trekken, behalve dat je 100% chardonnay in de fles kunt verwachten. Maar deze vermelding is binnen de regels van de AOC niet verplicht.
Wit is zowel wat omvang als rendement betreft in de meerderheid. Maar het verschil tussen rode Bourgognes (plus rosé) en witte Bourgognes is niet al te groot. Speel je het spel met de Bourgognes buiten de regels van de AOC, dien je een Bourgogne te declassificeren tot een Coteaux Bourguignons. Lager kan niet, dan val je namelijk buiten het classificatiesysteem van de AOC. De wijn wordt in een dergelijk geval geclassificeerd als een IGP (de oude streekwijn) of een Vin de France (de oude tafelwijn). De vermelding van de naam ‘Bourgogne’ op het etiket is binnen de IGP en Vin de France volstrekt taboe.
In een recente La Revue du Vin de France werden tientallen Bourgognes geproefd van vrijwel alleen individuele domeinen. Ook Bourgognes met een dénomination géographique complémentaire kwamen aan bod.. “De rode Bourgogne Côte d’Or van Domaine Jean-Marc Bouley wordt verzorgd als een Volnay 1er Cru”, rept het tijdschrift. Je dient er wel 33 euro voor te betalen. Uiteraard gaat er een diepe zucht aan vooraf, maar het tijdschrift spreekt hetzelfde advies uit zoals de Engelse wijnschrijver Patrick Matthews deed een kleine twintig jaar geleden, toen hij voorzag dat de prijzen van de Bourgognes de pan uit zouden gaan rijzen. Matthews schreef met zoveel woorden: “Een goede wijnproducent zal aan zijn generieke Bourgogne net zoveel zorg besteden als aan zijn meer prestigieuze appellations villages.” Wie ooit een generieke Bourgogne van Anne Gros heeft gedronken, kan deze laatste gedachte wellicht beamen.
Een goede tot heel goede Bourgogne kopen kun je bij een beter handelshuis of bij een coöperatie (maar dan wel direct bij die coöperatie zelf) Voor individuele domeinen kun je gelukkig ook terecht kunnen buiten de prijzige Côte d’Or. Domaine René Bourgeon in Jambles (Côte Chalonnaise) doet het met zijn opvallend hoog scorende ‘Les Pourrières’ (een climat ten noordoosten van Jambles) 2022 nog voor een tientje. Ik zou ook meteen tekenen voor de net wat hoger scorende ‘La Paulée’ van Domaine François Lumpp in het nabije Givry voor 18 euro. Maar goed, Lumpp behoort dan ook tot de absolute top in Givry.
Voor deze keer wil ik bij wijze van uitzondering in Nederland blijven door te wijzen naar de Bourgogne Pinot Noir ‘Les Ursulines’ van Jean-Claude Boisset (Gall & Gall) met alle druiven afkomstig uit de Côte de Nuits. Maar goed, ik dineerde afgelopen voorjaar dan ook met de oenoloog van deze serie. Sindsdien spreek ik geen kwaad woord meer over Boisset.
*) Pitiot, S. en Servant, J.C. (2023). Les Vins de Bourgogne. Beaune: Collection Pierre Poupon.