Bij iedere stap die ik zet, ben ik mij ervan bewust dat iemand mij is voorgegaan. Maar wie kan zeggen alle coöperaties in de Bourgogne te hebben bezocht?

Doorgaans is de informatie op de site van het Bureau Interprofessionnel des Vins de Bourgogne (BIVB) zo betrouwbaar als de bank van Engeland, maar van het overzicht coöperaties heeft men een rommeltje gemaakt. Allereerst telt men een aantal dependances mee (sommige dan weer niet), verder worden wij geattendeerd op twee vreemde adressen in Fleurie (ook nog een keer in de Beaujolais) en ten slotte wordt een overkoepelende organisatie (La Burgondie) vermeld. Tel je alles bij elkaar op, dan kom je uit op 24 adressen. Ik houd het bij de 17 die ik in de bijdrage van d.d. 6 april 2019 op een rij heb gezet. Van die 17 stonden er nog twee te bezoeken coöperaties op mijn lijstje. Hiervoor diende ik naar Charnay-lès-Mâcon en Chaintré te rijden. Op dat overzicht van het BIVB kom ik aan het einde van deze bijdrage terug.

Les Orfèvres du Vin (voorheen Cave de Charnay-lès-Mâcon)
De gemeente Charnay-lès-Mâcon (ongeveer 8.000 inwoners) ligt tegen de westelijke grens van de stad Mâcon geplakt. Het is maar vijf kilometer rijden vanaf het centrum van Mâcon, maar toch even de navigatie gebruiken om met al die bochten naar links en rechts uit te komen bij Les Orfèvres (‘goudsmeden’) du Vin. Charnay-lès-Mâcon is een van de gemeenten binnen het wijndistrict Mâconnais die zijn naam achter een witte en rode Mâcon mag zetten. Er gelden strengere regels wat betreft de vinificatie van de wijnen, en laten wij daarom maar voorzichtig concluderen: een streepje voor wanneer het om kwaliteit gaat.

Zestig wijnbouwers, leden van de coöperatie, dragen 15 verschillende appellations aan. Toch benadrukt men een relatief kleine coöperatie te zijn in het zuiden van de Mâconnais. Tussen grote spelers, zoals Terres Secrètes in Prissé en Cave des Grands Crus Blancs in Vinzelles, schuift men ten minste één uniciteit naar voren. Men laat zich er namelijk op voorstaan dat haar plaatselijke wijnen worden gekenmerkt door opvallend fruitige tonen. De boutique van de coöperatie presenteert twee gamma’s (Tradition en Prestige) en waarmee kun je beter beginnen dan met de witte en rode variëteiten Mâcon-Charnay? De witte Mâcon-La Roche-Vineuse is dan weer wat ranker met zijn mooie minerale tonen. Een grootse, opvallend complexe Saint-Véran Lieu-dit ‘Grand Clos’ is voorlopig mijn favoriet.

Les Orfèvres du Vin houdt er op de een of andere manier van dat je de wijn in een doosje van zes koopt. Die conclusie trek ik, omdat je dan voor één fles minder betaalt. Bij een doosje Pouilly-Fuissé ‘Vieilles Vignes’ scheelt het al snel een kleine 15 euro. Toen ik vroeg om een doosje te mogen samenstellen, was dat overigens volstrekt geen probleem. Opvallend bij deze coöperatie: de meeste wijnen kosten minder dan 10 euro. Nog meer mooie dingen: vier Crus Beaujolais en drie feestelijke Crémants (de Bourgogne). De bourgondische bubbels van deze coöperatie zijn vaker in de prijzen gevallen.

Juliénas Chaintré Vignerons associés (voorheen: Cave de Chaintré en Cave de Juliénas)
Chaintré is naast Fuissé, Solutré-Pouilly en Vergisson een van de vier productiegemeenten voor de fameuze Pouilly-Fuissé. Juliénas is de op een na meest noordelijke Cru Beaujolais. Juliénas Chaintré is het resultaat van de fusie in 2013 tussen de Caves van Chaintré en Juliénas en vormt een mooie schakel tussen de wijnregio’s Bourgogne en Beaujolais. Het nieuwe samenwerkingsverband omvat 290 ha wijngaard, waarbij elke Cave haar eigen vinificatieproces en identiteit heeft behouden.

Bij de vestiging in Chaintré staan de Bourgognes uit de Mâconnais centraal. Een grote hoek is gereserveerd voor bijna alle Crus Beaujolais (Côte-de-Brouilly en Régnié ontbreken). De cuvées met de naam ‘Tradition du Bois de la Salle‘ bieden mooie, toegankelijke Beaujolais. Mijn keuze ging uit naar de Juliénas en (aanbevolen door de medewerkster) de Saint-Amour. Verder ligt en staat er Beaujolais-Villages op de schappen (wit, rood en rosé) én rode bubbels (100% gamay). Vrij uniek in de Bourgogne.

Mijn aandacht ging verder uit naar de plaatselijke witte wijnen en naar Pouilly-Fuissé. Wat de eerste betreft zowel een Mâcon-Chaintré ‘Villa Chantrius’ (de basisserie) als een ‘Mâcon-Chaintré ‘Le Château de Chaintré’ (voor 15% opgevoed in een houten ton) werden in de kartonnen doos geplaatst. Wat de Pouilly-Fuissé betreft: nou ja, logisch. Je bent net voor het binnentreden van de boetiek het bord met de duiding ‘AOC Pouilly-Fuissé’ gepasseerd. Vijf cuvées, en ik koos voor de twee variëteiten Pouilly-Fuissé die sinds kort als 1er Cru zijn geclassificeerd: ‘Aux Quarts’ en ‘Les Chevrières’. De laatste is een favoriet van het proefpanel van Le Guide Hachette des Vins. Beide 100% in hout opgevoed, en met het oogstjaar 2020 laat ik ze zeker nog één of twee jaar in de kelder liggen.

Et voila!
Dat waren ze dan: de 17 coöperaties van de Bourgogne. Het BIVB noemt in zijn lijstje van 24 bijvoorbeeld ook Cave Le Moulin à l’Or, een proeflokaal en eetgelegenheid die tegenover Cave de Chaintré ligt en ermee is verbonden. De vestiging van Juliénas Chaintré Vignerons associés in Juliénas zelf wordt dan weer niet genoemd. Op zoek naar de eerstvolgende coöperatie in de Beaujolais na Juliénas kom je uit in Fleurie, bij Cave de Fleurie welteverstaan en niet bij de twee adressen die het BIVB vermeld (mogelijk zijn het caveaux collectifs, maar ook dat waag ik te betwijfelen). La Compagnie de Burgondie behartigt de zaken van een aantal coöperaties in de Bourgogne, zoals die in Buxy, Viré, maar ook verdienstelijke coöperaties in de Beaujolais, zoals de interessante, kwalitatief uitstekende Cave du Château de Chénas.