
Misschien wel de vraag die liefhebbers van wijn uit de Bourgogne het meest bezighoudt: welk jaargang openen en welk jaargang (nog even) in de kelder laten liggen? Wij hebben te maken met een wijnregio, waarin het belang van terroir zwaar weegt en dat is gezegend met honderden climats en lieux-dits. De Bourgogne geeft haar antwoord niet eenduidig prijs. Niets weerhoudt mij echter om enkele inzichten te presenteren naar aanleiding van recente publicaties in de bourgondische media. Beschouw deze bijdrage vooral als een momentopname.
Overwegingen vooraf
Het drink- en/of bewaaradvies wordt doorgaans ongeveer één jaar na de wijnoogst publiek gemaakt. Dit kan het initiatief zijn van een officiële instantie, zoals het Bureau Interprofessionnel des Vins de Bourgogne. Ook wijntijdschriften, zoals Bourgogne Aujourd’hui, doen een duit in het zakje. Maar zelf de meest gerenommeerde wijngidsen stellen de oorspronkelijke inzichten menigmaal bij. De bewaarpotentie van Bourgognes uit bijvoorbeeld 2010 bleek met de jaren beter te worden.
Vereenvoudigde overzichten die op één A4-tje passen, maken geen onderscheid tussen de meer dan 100 appellations die de Bourgogne rijk is. Een appellation village (al dan niet als 1er Cru geclassificeerd) wordt als maatstaf genoten. Maar kun je een Irancy met een Maranges vergelijken? En wanneer dien je een appellation régionale of een Grand Cru te openen?
Ook de voorkeur van de consument is verre van eenduidig. Wij hebben allemaal onze favoriete kleur, appellations en iedereen heeft een eigen, unieke smaak. Vele liefhebbers hebben ook wel een mening over een bepaald oogstjaar. Laten wij daarom snel enkele algemene inzichten over de laatste negen oogstjaren op een rij zetten. Hier en daar verweven met een persoonlijke aantekening.
2022: Een genereus, een kwalitatief uitstekend en vooral een zeer gezond oogstjaar. Op grond van de eerste prognoses en die zijn bij wijze van spreken nog van gisteren: vooral rood wegleggen.
2021: Wij spreken nog steeds over een recent oogstjaar. Sommige cuvées die lang of langer dienen te rijpen, zijn nog niet gebotteld. Een complex jaar dat meer bekend staat om zijn krokante karakter en versheid dan om zijn concentratie. Relatief snel geschikt om te drinken, vooral de rode Bourgognes. Maar leg alles, ook de appellations régionales, eerst een poos weg om ze in ieder geval bij openen beter in balans aan te treffen.
2020: Een jaar dat bij uitstek geschikt is om te bewaren. Dit zijn krachtige en levendige wijnen met mooie tannines die in de wijnkelder tot bloei komen. Eerder dan bij wit, de betere rode wijnen na een jaar of vijf tegen het licht houden. Het jaar 2020 kent echter een groot dilemma: sommige exemplaren smaken nu reeds uitstekend. Misschien een goed idee om je geduld toch enkele jaren op de proef te stellen. Ik dronk de afgelopen week een mooie Bourgogne Aligoté uit 2020, waarvan ik dacht: die had best nog twee of drie jaar in de kelder mogen blijven liggen.
2019: Een gastronomisch wijnjaar bij uitstek, dat ons in ruime mate trakteert op zijn aroma’s van rijp fruit en zijn mooie, soms fluweelachtige mondgevoel. Bourgognes uit 2019 worden met hun gemiddelde bewaarpotentieel inmiddels voorzichtig geopend. Van de appellations régionale en – villages kan inmiddels worden genoten. De gerenommeerde exemplaren zullen nog enkele jaren nodig hebben om hun top te bereiken. Een interessante opmerking die een wijnbouwer met mij deelde: “2019 is zoals jij hem wil drinken, 2020 is zoals ik hem wil maken.”
2018: Deze rijke en genereuze wijnoogst is van de meest recente jaren het meest moeilijk te duiden. In zijn vroege dagen erg smaakvol, maar volgens kenners leken de Bourgognes zich na een jaar of twee, drie in de kelder een beetje te sluiten en zouden ze na een jaar of vijf interessant zijn om te openen. De kenners leggen het lot van een fles in handen van de liefhebbers. Open gerust de cuvées die je niet lang weg dient te leggen. Voor de meeste 1ers Crus mag na vijf jaar de kurkentrekker ook in de hand worden genomen. De beste Crus mogen worden bewaard.
2017: Een oogstjaar met een vrij soepel, fris en soms ongegeneerd fruitig karakter. Verder een oogstjaar dat geen oneindig bewaarpotentieel kent en over het algemeen snel mag worden gedronken (ik genoot reeds in 2018 van wit uit de Côte Chalonnaise). Naast wit kan ook rood worden geopend. Technisch detail: met uitzondering van wijnproducenten die opbrengstbeperkingen per hectare hebben toegepast, met name wat betreft rood.
2016: Hoge concentratie van het fruit als gevolg van hagel, wat de opbrengst verminderde. Van de recente jaargangen is 2016 die er het langst over deed om te openen. Hij was zelfs nog niet zo lang geleden vrij gesloten. En je kunt nog steeds wachten. Het eerst mag overwogen om wit te openen. Een half jaar geleden ongelooflijk genoten van een generieke Mercurey uit 2016. En ja, daar stond ik na zes jaar van te kijken.
2015: Een glorieus oogstjaar met een voorbeeldige aromatische concentratie omringd door ideale tannines. Natuurlijk is het na acht jaar tijd om ervan te genieten. Maar door te wachten neem je geen enkel risico, afgezien van het verbeteren van de kwaliteit van deze cuvées. De appellations régionales en inmiddels ook de meeste villages dienen echter onverwijld te worden geopend.
2014: Net zoals 2019 een oogstjaar met een gemiddeld bewaarpotentieel. Behalve natuurlijk de grote appellations. De beste witte cuvées mogen nog even in de kelder blijven liggen (denk ook aan de Grands Crus Chablis).
Mag ik je ten slotte nog één keer attenderen op een handzame tool die is te raadplegen op de internetsite van het Bureau Interprofessionnel des Vins de Bourgogne (‘accords mets et vins’ → ‘choisir et servir mon vin’ → ‘servir mon vin’). Onder het kopje ‘Quand déboucher mon vin?‘ kun je een appellation (je treft een uitputtende keuze aan) en een jaartal invullen. Je bent dan één klik verwijderd van een bewaar- en/of drinkadvies.