
Voor liefhebbers van Bourgognewijnen is er altijd die ene grote vraag: welke jaargang kun je nu het beste ontkurken, en welke verdient nog wat tijd in de kelder? Het antwoord is nooit eenvoudig. Bourgogne is een regio waarin terroir allesbepalend is, met honderden unieke climats, maar ook met talloze producenten die elk hun eigen visie en vinificatietechnieken hanteren. Daarbij komt dat de meest recente oogsten (2023, 2025) vaak als ‘heterogeen’ worden omschreven: sommige wijnen zijn nu al uitstekend, terwijl andere pas over enkele jaren hun volledige potentieel bereiken. Dit maakt het voor zowel kenners als verzamelaars een complexe afweging om te bepalen welke wijnen direct te consumeren zijn en welke beter te bewaren.
Toch valt er veel te ontdekken en te leren. De variatie tussen de oogstjaren is groot, maar uit analyses en publicaties in de bourgondische media blijkt dat bepaalde trends en kenmerken zich duidelijk aftekenen. Door deze observaties te combineren met kennis over terroir en producenten, ontstaat een overzicht dat kan helpen bij het maken van gerichte keuzes: van jaargangen die direct gedronken kunnen worden tot wijnen die nog enkele jaren in de kelder moeten rijpen.
In deze bijdrage deel ik inzichten over de belangrijkste oogstjaren, inclusief de karakteristieken die het verschil maken tussen Bourgognes die nu op hun hoogtepunt zijn en wijnen die hun beste momenten pas in de toekomst zullen bereiken. Zo ontstaat een praktisch kader dat niet alleen de nieuwsgierigheid prikkelt, maar ook het plezier van Bourgogne proeven vergroot.
Overwegingen vooraf
Drink- en bewaaradviezen verschijnen doorgaans ongeveer een jaar na de oogst, vaak via officiële instanties zoals het Bureau Interprofessionnel des Vins de Bourgogne of gespecialiseerde wijntijdschriften zoals Bourgogne Aujourd’hui. Zelfs de meest deskundige beoordelingen worden echter regelmatig bijgesteld: Bourgognes uit 2010 bleken later bijvoorbeeld beter te rijpen dan aanvankelijk gedacht. In 2020 kon ik dat zelf ervaren met een Chablis Grand Cru en een Pommard 1er Cru uit dat jaar.
Eenvoudige overzichten, vaak op één A4, maken geen onderscheid tussen de meer dan honderd appellations van Bourgogne. Een appellation village wordt als standaard gehanteerd, maar een Irancy vergelijken met een Maranges is niet realistisch. Daarbij worden weersomstandigheden de laatste jaren steeds heterogener, soms zelfs per wijngaard, wat de kwaliteit van de wijnen beïnvloedt. Ook consumentenvoorkeuren zijn divers en voortdurend in beweging; iedereen heeft zijn favoriete kleur, appellation en smaakprofiel.
Hieronder volgt een overzicht van de laatste negen oogstjaren, aangevuld met enkele persoonlijke aantekeningen.
2023: Een goed oogstjaar betekent tegenwoordig: een jaar zonder al te veel tegenslag. In dat opzicht mogen we 2022 en 2023 beschouwen als uitstekende oogstjaren – zowel kwantitatief als kwalitatief.
Na een vrij middelmatige zomer met bovengemiddelde regenval, hadden de schillen van de pinot noir druiven – volgens de wijnbouwers zelf – niet dezelfde dikte als in de recente grote jaren: 2022, 2020, 2019, 2016 en 2015. Toch zouden de betere domeinen, na streng sorteerwerk, in staat moeten zijn om goede tot zeer goede rode Bourgognes te produceren.
De chardonnay- en vooral de aligoté-druiventrossen zagen er op het eerste gezicht schitterend uit. Maar ook voor wit geldt: zorgvuldig sorteren bij binnenkomst in de wijnkelder blijft cruciaal.
Waar het oogstjaar 2022 zich onderscheidde door zijn gastronomische karakter, lijkt 2023 complexer van aard. De grote verschillen in neerslag gedurende het jaar zorgden ervoor dat zowel de groei als het alcoholgehalte van de druiven sterk varieerde – niet alleen van wijngaard tot wijngaard, maar soms zelfs binnen één perceel.
We kunnen aldus in één wijndorp verschillende wijnen aantreffen die enerzijds vrij fris zijn en anderzijds rijker van karakter. Sommige régionales zijn nu reeds uitstekend te drinken, maar alles dat ik met 2023 heb gekocht, is keurig in Bourgogne achtergelaten (mijn gastheer woont in een oud domein, beschikt over een ideale wijnkelder).
2022: Een genereus, gastronomisch, kwalitatief uitstekend en – vooral – zeer gezond oogstjaar. Op basis van de eerste prognoses blijkt vooral het betere rood veelbelovend, al is het nu vaak nog te tanninerijk. Enkele jaren wegleggen is dus aan te raden, om te ondervinden dat 2022 een zonnig en evenwichtig jaar was.
Onlangs trok ik een witte Saint-Aubin uit 2022 open en ik moet bekennen: ik vond ‘m verrassend lekker. Gelukkig ben ik in het dankbare bezit van meerdere flessen, die ik de komende jaren met nog meer plezier kan openen.
2021: We spreken nog steeds over een recent oogstjaar. Het was een complex – en voor sommigen zelfs rampzalig – jaar, dat eerder bekendstaat om zijn krokante karakter en frisse zuren dan om zijn concentratie.
Het is een jaar om relatief jong te drinken, vooral wat betreft de rode Bourgognes. Maar leg alles – zelfs de appellations régionales – toch eerst een tijdje weg, zodat je ze bij openen in betere balans aantreft.
Wees niet bang om de 1ers Crus vijf jaar weg te leggen. Dat is het advies van een wijnbouwer bij wie ik een doosje Santenay 1er Cru kocht. Maar mijn advies luidt inmiddels (anno 2025): maar dan ook niet te lang meer wachten met openen. Probeer met andere woorden de eerste flessen.
Voor liefhebbers van een relatief lichte en heldere Bourgogne, zonder dat dit ten koste gaat van de nodige finesse.
2020: Een jaar dat bij uitstek geschikt is om te bewaren. De wijnen uit 2020 zijn krachtig en levendig – soms zelfs regelrechte geconcentreerde fruitbommen – met fraaie tannines die in de kelder pas echt tot bloei komen.
Vooral bij rood loont het de moeite om de betere wijnen na een jaar of vijf eens tegen het licht te houden; bij wit is dat iets minder uitgesproken.
Toch kent 2020 een interessant dilemma: sommige wijnen smaken nu al verrassend goed. Misschien des te meer reden om je geduld juist wél op de proef te stellen.
Zelf dronk ik in 2023 een Bourgogne Aligoté uit 2020 waarvan ik dacht: die had gerust nog twee à drie jaar mogen blijven liggen.
Een aardige anekdote van een wijnjournalist: liefhebbers van wijnen uit de Rhône regio stappen het best via 2020 de Bourgogne binnen.
2019: Een gastronomisch wijnjaar bij uitstek, dat ons rijkelijk trakteert op aroma’s van rijp fruit en wijnen met een mooi, soms fluweelachtig, maar altijd rond mondgevoel.
De betere Bourgognes uit 2019 worden inmiddels voorzichtig geopend, met hun gemiddeld bewaarpotentieel in het achterhoofd. Van de appellations régionales en –villages kan nu volop worden genoten. De gerenommeerde namen hebben nog enkele jaren nodig om hun volle potentieel te bereiken.
Een prikkelende opmerking van een wijnbouwster, toen ik mijn enthousiasme over 2019 niet onder stoelen of banken stak: “2019 is zoals jij hem wil drinken, 2020 is zoals ik hem wil maken.”
2018: De rijke en genereuze oogst van 2018 is van de meest recente jaren wellicht het moeilijkst te duiden. In zijn jeugd bijzonder smakelijk, maar volgens kenners sloten veel Bourgognes zich na twee à drie jaar flesrijping en zouden ze pas na vijf jaar weer interessant worden om te openen.
Diezelfde kenners leggen het lot van een fles graag in handen van de liefhebber: open gerust de cuvées die niet bedoeld zijn voor lange rijping.
Voor de meeste 1ers Crus mag na vijf jaar de kurkentrekker ook ter hand worden genomen. De beste Crus mogen gerust nog jaren blijven liggen.
Ook vijf jaar na oogst bleek het lastig om 2018 in één zin te vatten. Zoals een liefhebber het omschreef: “Het zonnige jaar gaf prachtige kleuren en een jamachtige fruitigheid, maar met een minder geconcentreerde, soepelere textuur dan in 2022 of 2019.”
2017: Een oogstjaar met een vrij soepel, fris en soms ongegeneerd fruitig karakter. Een jaar zonder eindeloos bewaarpotentieel, dat over het algemeen vlot mocht worden gedronken (zelf genoot ik al in 2018 van wit uit de Côte Chalonnaise).
Niet alleen wit, ook rood kan inmiddels zonder aarzeling worden geopend. Een technisch detail: dit geldt vooral voor wijnen van producenten die géén strikte opbrengstbeperking per hectare hebben gehanteerd – met name bij rood.
Al met al een relatief licht jaar in vergelijking met de daaropvolgende oogsten, maar wel met een goede zuurgraad en een soepele, soms bijna luchtige smaak. De tannines in de rode Bourgognes zijn vaak delicaat.
2016: Een hoge concentratie fruit als gevolg van hagel, die de opbrengst van de druiven verminderde. Van de recente jaargangen is 2016 degene die er het langst over deed om zich te openen. Nog niet zo lang geleden was hij vrij gesloten – en je kunt nog steeds rustig wachten. Begin met de witte Bourgognes.
In 2022 genoot ik van een weergaloze, generieke (rode) Mercurey uit 2016. En ja, daar stond ik na zes jaar echt van te kijken. In maart 2024 dronk ik een ‘Corton’ uit 2016. Die gaf zeker nog niet alles prijs, maar het was een onvergetelijke ervaring.
2015: Een warm en glorieus oogstjaar met een voorbeeldige aromatische concentratie, omgeven door ideale tannines, maakt van 2015 een jaar om absoluut te bewaren. Voor liefhebbers van krachtige, gestructureerde Bourgognes is dit een absolute aanrader.
Natuurlijk is het na tien jaar tijd om ervan te genieten, maar door te wachten loop je geen enkel risico — sterker nog, je verbetert de kwaliteit van deze cuvées alleen maar. De appellations régionales en inmiddels ook de meeste villages dienen echter onverwijld te worden geopend.
2014: Net zoals 2019 een oogstjaar met een gemiddeld bewaarpotentieel, behalve natuurlijk de grote appellations. De beste witte cuvées mogen nog even in de kelder blijven liggen (denk hierbij ook aan de Chablis Grands Crus).
Mag ik je ten slotte attenderen op een handzame tool die is te raadplegen op de website van het Bureau Interprofessionnel des Vins de Bourgogne (‘accords mets et vins’ → ‘choisir et servir mon vin’ → ‘servir mon vin’). Onder het kopje ‘Quand déboucher mon vin?‘ kun je een appellation (je treft een uitputtende keuze aan) en een jaartal invullen. Je bent dan nog maar één klik verwijderd van een bewaar- en/of drinkadvies. En dat is het ook: niet meer en niet minder dan een advies. Want in deze wereld van wijn, waarin je wordt overladen met allerlei adviezen — ook die van mij — is er eigenlijk maar één ding om écht op te vertrouwen: je eigen smaakpalet.
N.b.: deze bijdrage is na publicatie meerdere keren herzien; de meest recente — en definitieve — update dateert van oktober 2025. Het oogstjaar 2024 laat ik bewust buiten beschouwing. Kwantitatief was het belabberd, kwalitatief goed; sommige cuvées behoren tot de top. Toch is 2024 als geheel geen topjaar en wordt het inmiddels vaak vergeleken met 2021.