
Wanneer je vanaf Auxerre over de voormalige N6 richting Parijs rijdt en om je heen kijkt, raakt wijn langzamerhand uit je systeem. De weg is een statige laan met aan beide zijden hoge bomen. Langs de weg liggen imposante huizen die herinneren aan florerende tijden. Hotels, restaurants en bars getuigen van een verleden waarin de Parijzenaren deze weg kozen op weg naar de zon. Toch ligt hier in het noordwesten van Bourgogne nog een klein wijndistrict: de Jovinien met als beste helling de Côte Saint-Jacques. Ik ben onderweg naar het plaatsje Joigny dat in het dal van de rivier Yonne ligt.
Een wandeling langs de oever van de Yonne, om je vervolgens naar het historische centrum te begeven, biedt een mooie kennismaking aan met Joigny. Na het passeren van de stadspoort, kun je één van de mooie kerken van Joigny bezoeken of de (veelal gerestaureerde) vakwerkhuizen aanschouwen. Het loont verder de moeite om via de D20 richting het noorden de Côte Saint-Jacques te bezoeken. Bijna aan de top van de heuvel ligt rechts een kleine parkeerplaats met een mooi uitzicht over de wijngaarden, de rivier en de stad.
De Côte Saint-Jacques werd in het begin van de jaren zeventig nieuw leven ingeblazen. Eén van de promotors van deze revival was Jean Michel Lorain, eigenaar van het sterrenrestaurant (ooit drie, momenteel twee stuks) La Côte Saint-Jacques in Joigny. Lukt het je om een plaatsje te bemachtigen in dit restaurant, weet dat de Bourgognes van Côte Saint-Jacques op de wijnkaart staan. De sterrenchef heeft zelfs enige wijnranken tegen de noordelijk helling van de stad aangeplant. Twee andere wijnbouwers die in de Jovinien ook een pioniersfunctie vervulden, zijn Alain Vignot en Serge Lepage.
Er waren drie redenen om te kiezen voor een bezoek aan Domaine Alain Vignot in Paroy-sur-Tholon, gelegen ongeveer vier kilometer ten zuiden van Joigny. Côte Saint-Jacques is ongeveer 15 hectare groot en de familie bezit hiervan 10 hectare. Het domein is daarmee het grootste in dit wijndistrict. Verder hoef je bij dit domein geen afspraak te maken. Je bent van maandag tot en met zaterdag welkom op vaste openingstijden. Ten slotte spreekt de Engelse wijnschrijver Patrick Matthews over de “surprisingly riches wines” van Alain Vignot. Matthews brengt ook de naam Serge Lepage (inmiddels Christophe Lepage) naar voren als een uitstekende wijnmaker. Voor een bezoek aan dit domein, dat het inmiddels helemaal bio doet, dien je van tevoren een afspraak te maken.
Wij zijn nog steeds in de Bourgogne, dus kon ik bij Domaine Alain Vignot kiezen tussen een aantal rode en witte Bourgognes (pinot noir en chardonnay). Verder stonden rosé, Crémant de Bourgogne en een aantal likeuren op de toonbank. Mijn aandacht ging vooral uit naar de zogenaamde vin gris die rondom Joigny een streekspecialiteit is. Domaine Vignot maakt de vin gris van de pinot gris druif. Met het sap en het groen-paarse vel van deze druif wordt een extract gemaakt dat lijkt op een bleke rosé. Alleen duurt bij een vin gris het weken van de schillen in het sap langer, vandaar de opvallende kleur en het meer ferme karakter van deze wijn.
In de nieuwe Guide Hachette des Vins (2018) lees ik dat de vin gris van Alain Vignot uit 2015 een welverdiende vermelding heeft gekregen: “Weldadig in de mond met rijp geel fruit (abrikoos).” Er wordt geadviseerd om de vin gris als aperitief te serveren. Ik vind deze wijn stevig en smaakvol genoeg om er een goede maaltijd mee te begeleiden. Hoe dan ook, wil je in de Bourgogne eens buiten de gebaande paden treden, het onbekende Joigny met zijn vin gris is een uitstekend begin.