
De ongeveer 40 kilometer lange Côte Chalonnaise die zich uitstrekt van Chagny tot het kleine Sercy, onderscheidt zich op verschillende manieren van zijn noordelijke buren Côte de Beaune en Côte de Nuits (tezamen de Côte d’Or). De wijngaarden rijgen zich niet als een kraal aan elkaar, de stad Chalon-sur-Saône ligt ver buiten de wijngaarden, het wijndistrict heeft geen Grands Crus climats, geen enkel climat dat behoort tot het werelderfgoed van de UNESCO en in de lange traditie van soms schrikbarende veronachtzaming vond men het niet nodig om de Côte Chalonnaise te voorzien van een Cité des Climats en vins de Bourgogne (hooguit een voetnoot in de vestiging te Mâcon).
De recente geschiedenis van de Côte Chalonnaise is er eentje van “forgotten country” (Clive Coates, 2008) tot “secret garden” (Robert M. Parker Jr., 2020) en blijkbaar bij vlagen vice versa. Een geschiedenis die begint met het creëren van de AOC Bourgogne Côte Chalonnaise in 1990. De vele climats tussen de vier, later met Bouzeron vijf, appellations villages werden ingekleurd en kregen met de jaren meer en meer gewicht. Tot die tijd bungelde de Côte Chalonnaise letterlijk en figuurlijk onder de Côte d’Or. In elk geval een tweetal redenen hiervoor: de relatief geïsoleerde ligging van de Côte Chalonnaise en wijnbouwers die zich vooral bewogen in de niche van de markt door productie van generieke Bourgognes die niet per se van de beste kwaliteit waren en waarvoor de wijnbouwers een niet al te hoge prijs konden vragen. Mede door de inzet in het nieuwe millennium van handelshuizen zoals Domaine Faivelay in Mercurey en Maison Louis Latour binnen de AOC Montagny werd een boost aan het wijndistrict gegeven.
Hoewel er geen eenduidige reden is aan te wijzen voor de renaissance van de Côte Chalonaisse, speelt de know-how en kwalitatieve output van jonge wijnbouwers een grote rol: Vincent Dureuil-Janthial in Rully en Stephane Aladame in Montagny-lès-Buxy. Daar bleef het niet bij. In zijn recente masterclass over de Côte Chalonnaise kwam Jasper Morris MW woorden tekort om het jonge talent Aline Beauné (Buxy) de hemel in te prijzen. Dit geldt helaas ook voor de prijzen van haar Bourgognes. Ik bedoel richting de hemel. Aline doet het dan wel op een volstrekt bio-vriendelijke wijze en de kwaliteit van een, neem Montagny is om door een ringetje te halen. Denk ook aan de jonge Mia Subotic die in 2020 Domaine de la Marche in Mercurey overnam, voorheen in het bezit van haar vader onder de paraplu van Maison Louis Max. Onder de nieuwe naam Domaine MIA doet zij het alle 18 hectare in Mercurey en in Rully biologisch en biodynamisch (weet dat het daadwerkelijk fysieke domein in Nuits-Saint-Georges is gevestigd). Haar eerste witte Rully 2020 belandde meteen met een ster in de Guide Hachette des Vins.
In een beschouwing over de Côte Chalonnaise dient te worden meegenomen dat de noorderbuur (Côte d’Or) met zijn vaak exorbitante prijzen onder hoogspanning staat. Het heet dat liefhebbers van een goede Bourgogne hun toevlucht tot de Côte Chalonnaise zoeken. Dit betekent dat ook de druk op de prijzen binnen de Côte Chalonnaise wordt opgevoerd. Voor een goede witte Rully of rode Mercurey mag je inmiddels rond de 25 euro rekenen. Zeker bij de meer gerenommeerde domeinen of handelshuizen. De Côte Chalonnaise wordt ook duurder, maar blijft wel goedkoper. Gelukkig dat de Côte Chalonnaise inmiddels bron is geworden voor uitstekende generieke witte of rode Bourgoges Côte Chalonnaise en dit doorgaans voor vriendelijke prijzen.
Het is opvallend dat de marge tussen de prijzen van een Rully of Mercurey en de prijzen in het meest zuidelijke puntje van de Côte de Beaune (Santenay en Maranges) steeds kleiner wordt. Met die ‘secret garden‘ doelde Robert M. Parker Jr. dan ook de Côte Chalonnaise plus Santenay en Maranges. “Spot on“, dien ik inmiddels bij te vallen. Maar praktijken die voorheen het voorrecht van de Côte d’Or waren, worden inmiddels ook in de Côte Chalonnaise gebezigd. De vraag naar de Mercurey ‘vieilles vignes’ 2022 van Domaine Jeannin-Naltet was zo groot dat je als individuele klant er maar één doosje van mocht kopen. Van één van de gerenommeerde domeinen in Givry is bekend dat je er maar één of enkele flessen 1ers Crus kunt kopen. Ik noem de naam van het domein niet, omdat het sowieso verstandig is een dergelijke vraag (kan ik kopen; van wat hoeveel) bij elk domein te stellen. Met andere woorden: tijd om zaken te doen in de Côte Chalonnaise.