Een zondag in Bourgogne

20170910_143900Vanmiddag liep ik te midden van een bont gezelschap. Allereerst waren het wandelaars die drie uitgezette routes volgden. Het was niet zo maar een wandeling. Het sportief evenement was georganiseerd om geld in te zamelen voor een goed doel. Een aantal controleposten bevond zich midden in de wijngaarden van Givry. De wandelaars waren hierdoor ook nog een keer getuigen van de wijnoogst die dit jaar in Bourgogne vroeg begon. Daarbij liepen tientallen druivenplukkers die met lege emmers de wijngaarden in werden gedirigeerd. De druivenplukkers hadden weinig oog voor de wandelaars.

Ik heb een en al respect voor de druivenplukkers in Bourgogne. Om in deze wijnstreek de druiven te plukken, moet men met de rug een kleine buiging maken. Mocht het vak je niet bekend zijn, aan het einde van de dag heb je weinig rug meer over. Op een niet mis te verstane wijze word je de wijngaard ingestuurd. Jouw opdracht is kristalhelder. Wat te plukken, hoe te plukken en vooral wat niet te plukken. De opbrengt van de oogst verdwijnt in een grote witte trechter die iemand op de rug draagt. Wanneer de trechter vol is, beweegt de drager ervan zich naar een tractor met aanhangwagen, beklimt een ladder, buigt zich ver voorover en laat de druiven verdwijnen in de aanhangwagen. In die wagen staat een man die een kritische blik werpt op de geoogste druiven. Om de haverklap werpt hij met een soort verontwaardigde blik complete trossen weg. Bij een eerstvolgende meeting kregen de druivenplukkers het ongetwijfeld te horen.

Op de Chaume van Givry kwamen mij weer wandelaars tegemoet. De Chaume van Givry is een hooggelegen gebied dat de natuurlijke scheiding vormt tussen de appellations Mercurey en Givry. Om de drukte te ontwijken, besloot ik het eerste pad rechts omlaag te nemen. Ik ken de Chaume inmiddels als m’n broekzak. Halverwege de afdaling kwam ik een man en vrouw tegen. Ze droegen beiden een felgekleurde wandeloutfit en de man gebaarde druk met een stuk papier. Ik wist meteen waar ze de afslag hadden gemist. De man vroeg mij hoopvol of ik uit de buurt kwam. “Nee”, antwoordde ik. “Ik kom uit Nederland.” “Oh, maar waar komt u nu dan vandaan?” Ik maakte duidelijk dat ik van de Chaume van Givry kwam. “Rechtdoor omhoog, bovengekomen rechtsaf en u kunt zich weer bij de andere wandelaars voegen”, stelde ik het paar gerust. ”On est sauvé”, verzuchtte de man met een brede glimlach.

Terug in mijn dorpje sprak een oudere man, die op langzame tred door de wijngaarden liep, mij aan: “Komt u van ver gelopen?” Ik antwoordde dat ik er een stevige wandeling op had zitten, maar dat ik bijna thuis was. Ik vroeg naar wat de man hier bracht. “Ik kom uit de stad, uit Chalon[-sur-Saône]. Ik wandel hier graag.” De man vertrouwde me verder toe dat hij tijdens het wandelen stiekem naar de huizen keek. Of ze te koop of te huur stonden. “Weet u, ik was een militair. Ik heb in Algerije gediend. Eens militair, altijd militair. Maar op een wat oudere leeftijd verlang ik onderhand naar een stukje rust.” “Ik meen u te begrijpen”, zei ik respectvol.

De laatste meters terug naar huis dacht ik weer na over het aanbod om bij de neef van de eigenaar van mijn Bourgondische residentie druiven te plukken. Ik besloot om een volgende keer ‘ja’ te zeggen tegen dat aanbod.